Verraad van Maastricht: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
aanvullingen
→‎Het verraad: link geactiveerd
Regel 35:
Uiteindelijk werden er tien verdachten schuldig bevonden, van wie er negen op de Houtmarkt (de huidige [[Markt (Maastricht)|Markt]]) of op het [[Vrijthof (Maastricht)|Vrijthof]] werden onthoofd. De metselaar Jan Rompen wist tijdig naar het fort Navagne te ontvluchten en ontliep daarmee zijn terechtstelling. Pater Vinck, wellicht de bekendste van de negen, werd op 7 juni op de Houtmarkt onthoofd omdat hij Lansman had aangemoedigd en een briefje uit het fort Navagne voor hem had meegenomen. Het hoofd van deken Sylvius rolde twee weken later op het [[schavot]] op het Vrijthof, omdat hij van het voorgenomen verraad op de hoogte was geweest zonder de krijgsraad daarover in te lichten. Agnes de Bourien, de vrouw van de soldaat, werd om diezelfde reden terechtgesteld.
 
[[Bestand:Maastricht.jpg|thumb|Rondeel [[De Vijf Koppen (rondeel)|De Vijf Koppen]] in het [[Stadspark Maastricht|Stadspark]]]]
Van de drie veroordeelde jezuïeten is later wel aangenomen dat ze geen schuld hadden en niet op de hoogte waren van het verraad, maar dat hun koppen moesten rollen omdat ze als jezuïeten bekend stonden als vurige bestrijders van de [[reformatie]] en aanhangers van de Spaanse koning.<ref>Ubachs/Evers (2006), p.135.</ref> De [[Rector (geestelijke)|rector]] van het klooster, Jan-Baptist Boddens (geboren in 1596 te [[Brugge]]), was bovendien [[aalmoezenier]] geweest in het Spaanse leger en ging prat op zijn vriendschappen met onder anderen prins [[Frederik Hendrik van Oranje]], [[Constantijn Huygens]] en gouverneur De la Tour d'Auvergne, die onder zijn invloed katholiek zou zijn geworden.<ref>Ubachs/Evers (2005), p.80, 'Boddens'.</ref> Het hoofd van broeder Philippe Nottin viel op 14 juli, dat van pater Gerard Pasman en dat van Boddens op 20 juli.