Jan Hendrik van Grootvelt: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Infobox kunstenaar | naam = Jan Hendrik van Grootvelt | afbeelding = Jan Hendrik van Grootvelt - zelfportret (1850).jpg | onderschri...'
 
Regel 23:
De jonge Jan Hendrik ging in de leer bij een boekdrukker en volgde er vanaf 1 oktober 1824 avondonderwijs naast aan de Stadsacademie voor Teeken- en Schilderkunst. Deze lessen waren gratis voor arme kinderen. Drie jaar later, in september 1827, voltooide hij zijn studie met een zilveren medaille, ofwel als winnaar in de hoogste klasse. Een studiegenoot op de academie was de latere kunstschilder en lithograaf [[Thomas van Leent]]. Op de academie kreeg hij tekenles van [[Antoon van Bedaff]] en [[Henricus Turken]]. Het schilderen leerde hij later, mogelijk van [[Dominicus Franciscus du Bois]].
 
Ondanks de overtuigd protestantse herkomst van zowel hem als zijn vrouw, is er van Van Grootvelt slechts één schilderij met een religieus thema bekend. Hierop overhandigt [[Jezus (traditioneel-christelijk)|Jezus]] de sleutel aan [[Petrus]] in bijzijn van de [[apostel]]en. Hij exposeerde het schilderij in 1828 in Den Bosch. Feitelijk is dit een erkenning van het [[paus]]dom en het is onduidelijk om welke reden hij dit heeft geschilderd. Een link met de actualiteit van toen zou gelegd kunnen worden met het concordaat tussen [[Willem I der Nederlanden|Willem I]] en het [[Heilige Stoel|Vaticaan]] in 1827, hoewel dat in protestantse kring omstreden lag.
 
Er zijn veel schilderijen van Van Grootvelt overgeleverd met kaartende, rokende, drinkende, dansende en zoenende cafébezoekers. Inspiratie had hij hiervoor genoeg opgedaan tijdens zijn jeugd, omdat zijn moeder op een gegeven moment een café uitbaatte om extra inkomsten binnen te halen. Daarnaast liftte hij met geschilderde kaarslichtvoorstellingen mee op een trend uit de 19e eeuwse West-Europese [[Romantiek (schilderkunst)|romantiek]]. Hij beperkte zich hierbij niet alleen tot bargasten, maar schilderde ook boerengezinnen, leerlingen, op markten en in winkels. Verder zijn schilderijen van hem bekend van rivierenlandschappen en stadsgezichten, en somskennen sommige schilderijen op de achtergrond een boerenhuis of kerk.
 
Al in het jaar na zijn opleiding exposeerde hij zowel in de Nederlanden als in het buitenland. Hij exposeerde minstens 35 maal, zoals op de [[Tentoonstelling van Levende Meesters|''Tentoonstellingen van Levende Meesters'']] in [[Amsterdam]], [[Rotterdam]] en [[Den Haag]], maar ook tot in [[Groningen]], [[Leeuwarden (stad)|Leeuwarden]], [[Bremen]] en [[Lübeck]]. Soms exposeerde hij meer dan een maal per jaar en in het jaar voor zijn overlijden was zijn werk op vijf tentoonstellingen te zien. De tentoonstellingen dienden voor de verkoop van zijn werk en raaktendat tot ver in het buitenland verspreid is geraakt, tot in musea in [[Riga]] en [[Moskou]]. Ook zijn er enkele werken in het bezit van het [[Noordbrabants Museum]] in Den Bosch. Hij was een leermeester van onder meer [[Hendrik Willem Caspari]], [[Petrus Marius Molijn]] en [[Carel Joseph Grips]].
 
Van Grootvelt was getrouwd met Elisabeth van der Kraan en kreeg met haar vijf kinderen. Alleen het tweede kind, een dochter, bleef in leven. Hij woonde met zijn vrouw achtereenvolgens in Den Bosch (tot 1833), [[Rotterdam]] (tot 1842), [[Ravenstein (stad)|Ravenstein]] (tot 1852) en opnieuw in Den Bosch. Daar woonde hij nog enkele jaren tot hij na een langdurige ziekte in juni 1855 overleed op 46-jarige leeftijd. Hij werd ter aarde gedragen door twaalf leden van het plaatselijke schilder- en tekengenootschap St. Lucas.
 
== Galerij ==