Ster-driehoekschakelaar: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Volgorde
Verb.
Regel 1:
[[Bestand:Aansluitschema 410.jpg|thumb|Aansluitschema van een ster-driehoekschakelaar]]
[[Bestand:Motor in ster.jpg|thumb|Motor in ster]]
[[Bestand:Motor in driehoek.jpg|thumb|Motor in driehoek]]
Een '''ster-driehoekschakelaar''' is een handbediende schakelaar die gebruikt wordt om grotere [[driefasige asynchrone motor]]en in te schakelen.
 
Een motor met een klein vermogen kan direct worden ingeschakeld met behulp van een driepolige schakelaar, of door middel van een [[contactor]] (ook wel magneetschakelaar genoemd). Grotere motoren mogen niet direct ingeschakeld worden, omdat de inschakelstroom zo groot kan zijn dat dit een stroomdipspanningsdip geeft op het net, wat hinderlijk kan zijn voor omliggende bewoners of bedrijven. De aanloopstroom kan worden beperkt door middel van de [[ster-driehoekschakeling]], waarbij de motor eerst in ster, en vervolgens in driehoek wordt geschakeld.
 
== Werking ==
De uiteinden van de drie wikkelingen van de motor zijn niet onderling verbonden, maar bevinden zich in het aansluitkastje van de motor. De ster-driehoekschakelaar zorgt voor de juiste doorverbinding ervan, zowel voor de ster- als voor driehoekstand. Hiervoor gebruikt men veelal een [[nokkenschakelaar]], of een walsschakelaar: dit typelaatste schakelaartype is voorzien van een handwiel, en heeft verende contactvingers en een schakelwals met contactstroken.
 
Behalve met handbediende schakelaars kan de motor ook worden aangestuurd door middel van (terugverende) drukknoppen in combinatie met drie magneetschakelaars. Bij drukknopbediening is het mogelijk het schakelproces automatisch te laten verlopen. De hoofdcontacten van de magneetschakelaars bevinden zich in het hoofdstroomcircuit en schakelen rechtstreeks de aangesloten motor. De drukknoppen en de hulpcontacten van de magneetschakelaars zijn aangesloten in het stuurstroomcircuit. Verschillende contacten in dit hulpstroomcircuit bewerkstelligen dat de spoelen van de magneetschakelaars worden bekrachtigd, en zorgen voor het automatisch overschakelen van ster naar driehoek. De contactors kunnen ook bediend worden met behulp van een [[Programmable logic controller|PLC]], deze werkt meestal met een lage spanning (24V). De veiligheden, de contactors en de vereiste componenten van het stuurstroomcircuit zijn doorgaans ondergebracht in een [[schakelkast]]. De benodigde schakelaars en eventuele [[signaallamp]]en, die de bedrijfstoestand aangeven, zijn meestal in de deur van deze kast aangebracht.
 
== Doorschakelen ==
Bij een handbediende schakelaar dient men er voor te zorgen dat bij het doorschakelen van ster naar driehoek het toerental hoog genoeg is opgelopen, en zo dicht mogelijk het nominaal toerental benadert. Daarbij behoort het overschakelen snel, en met één beweging te gebeuren. Deze motoren kunnen in geval de netspanning wegvalt onverhoeds weer gaan aanlopen in driehoekstand als de spanning terugkeert. Dit kan problemenbezwaarlijk opleverenzijn, niet alleen vanwege de veiligheid; door de plotseling grote belasting kunnen de beveiligingen aanspreken. Een motor met drukknopbediening kent dit probleem niet, omdat de magneetschakelaars bij spanninguitval af zullen vallen, en opnieuw bekrachtigt moeten worden om de motor in bedrijf te stellen.
 
== Beveiliging ==
De installatie wordt in de regel beveiligd door [[Smeltveiligheid|smeltveiligheden]], dit kunnen zowel schroef- als mespatronen zijn. Deze veiligheden beschermen de motor niet tegen overbelasting, daarvoor wordtdient een in het hoofdstroomcircuit aanwezige (instelbare) thermische beveiliging gebruikt. Het thermisch verbreekcontact ervan, in het stuurstroomcircuit, zorgt voor het uitschakelen van de motor. In plaats daarvan kan ook een thermisch/magnetische beveiliging worden toegepast; bij overbelasting van de motor verbreekt het thermisch contact de stroomkring, terwijl bij kortsluiting de magnetische beveiliging in werking treedt.
 
== Zie ook ==