Anaxagoras: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 12:
== Leer ==
Hij onderwees dat alle substanties in het universum ontstaan zijn uit een onbegrensde hoeveelheid van kwalitatief verschillende oerelementen, die de ''kiemen'' vormen van alle dingen. De oorspronkelijke toestand van het universum was een oerchaos, gebaseerd op de theorie van het [[apeiron]] bij [[Anaximander]]. De wereld was in dat stadium niet meer dan een oneindig grote verzameling van ongedifferentieerde en ongestructureerde stoffelijke deeltjes, die Anaxagoras ''[[Spermata]]'' noemde. Deze oerelementen hebben altijd reeds bestaan en er is geen sprake van ontstaan of vergaan van de wereld.
Belangrijk in dit opzicht is dat Anaxagoras als eerste filosoof een abstract filosofisch begrip heeft ingevoerd, namelijk de ''[[Nous]]''. Deze Nous moet opgevat worden als een denkende, redelijke, almachtige, maar onpersoonlijke ''Geest''. Dankzij deze geest is er uit de oer-chaos een welgeordende wereld ontstaan. Het lijkt er op dat Anaxagoras deze Nous alleen als een soort van ''[[onbewogen beweger]]'' beschouwt, die, na de eerste stoot gegeven te hebben, de schepping verder aan zijn lot overlaat. Dit zou later [[Plato]], en [[Socrates (filosoof)|Socrates]], tot de tegenwerping brengen dat deze opvatting van Nous leek op een [[Deus ex machina (verhaaltechniek)|deus ex machina]] waaraan onmogelijk echte kennis kon worden toegeschreven. Socrates had gehoopt in de theorie van Anaxagoras een antwoord te vinden op de belangrijke vragen die hij zich stelde met betrekking tot de [[menselijke geest]]. Anaxagoras zocht echter overal zuiver natuurlijke, mechanische oorzaken. Omdat in elke kiem alle kwaliteiten aanwezig zijn: ''Alles is in alles'', is overgang van de ene stof in de andere mogelijk, doordat hij meer of minder van een bepaalde kwaliteit krijgt. Zo konden uit een veranderende samenstelling van verschillende oerdeeltjes alle stoffen en objecten gevormd worden en zijn ontstaan en vergaan slechts schijn. De dingen veranderen slechts in compositie en inhoud. Zijn theorie van alles is in alles (''[[Homoiomeria]]'') houdt ook in dat geen enkele stof (behalve de Nous) puur is, maar er steeds andere stoffen aanwezig zijn.
 
De levende wezens onderscheiden zich van de dode doordat zij door de Nous bezield worden. Het is dezelfde Nous die mensen en dieren bezielt. De mens lijkt superieur aan de dieren omdat hij handen heeft. De schijnbare verschillen in intelligentie zijn het gevolg van lichamelijke verschillen.