Afrikaanse wilde kat: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
O.a. verspreidingsgebied opgehelderd |
||
Regel 1:
{{Taxobox zoogdier
| status =
| naam = Afrikaanse wilde kat</br><small>Nubische kat</small>
| afbeelding =
| afbeeldingtekst = Nubische kat.
| orde = [[Roofdieren|Carnivora]] (Roofdieren)
| familie = [[Felidae]] (Katachtigen)
Regel 10 ⟶ 11:
| w-naam = ''Felis silvestris libyca''
| auteur = [[Johann Reinhold Forster|Forster]]
| datum =
}}
De '''Afrikaanse wilde kat''' of '''Nubische kat'''<ref name="Grzimek"> Grzimek, B. ''et al.'' (1972). ''Het leven der dieren: Deel XII Zoogdieren 3.'' Uitgeverij Het Spectrum N.V., Utrecht/Antwerpen. ISBN 9789027486288</ref> (''Felis silvestris libyca'') is een [[ondersoort]] van de [[wilde kat]] (''Felis silvestris'').
== Uiterlijke kenmerken ==
De Nubische kat heeft een lichaamslengte van 63 à 70 centimeter en een [[staartlengte]] van 23 à 25 centimeter. Lijkt qua uiterlijk op een zeer grote huiskat. Individuen uit steppen en woestijnen hebben een lichtgeelachtig grijs tot zandkleurige vacht. Dieren uit vochtige gebieden hebben een geelbruin tot roodachtig bruine grondkleur. De kleur van de rug is echter altijd donkerder dan de buik en flanken, maar een duidelijke aalstreep als bij de Europese wilde kat (''Felis silvestris silvestris'') ontbreekt. Op de rug en flanken kunnen ze gevlekt, dwarsgestreept of nagenoeg ongetekend zijn. De koptekening van de Nubische kat neemt eveneens veel vormen aan.<ref name="Grzimek" />. De voetprent van een Nubische kat toont de voetzool en vier ronde tenen. De staart van de Nubische kat bevat meerdere zwarte dwarsringen en heeft altijd een zwarte punt. Indien 's nachts beschenen, lichten de ogen groen op.<ref name="Bogol">{{ru}} Bogoljoebov, A.S. (2010). ''[http://www.ecosystema.ru/08nature/mamm/073.htm Stepnoj kot.]'' Geraadpleegd op 14 februari 2016.</ref>
== Verspreiding en leefgebied ==
De
== Leefwijze ==
Regel 27 ⟶ 26:
De Afrikaanse wilde kat leeft gewoonlijk [[solitair]]. Het woongebied van een mannetje overlapt meestal met dat van enkele vrouwtjes. Het vrouwtje verdedigt de kern van het woongebied tegen andere katten. Een vrouwtje krijgt twee tot zes (gemiddeld drie) kittens per worp. De [[draagtijd]] duurt 56 tot 69 dagen. De kittens komen blind en hulpeloos ter wereld op een schuilplaats tussen hoog gras, in holle bomen of in holten en spleten tussen rotsen. De meeste jongen worden geboren in het [[regenseizoen]], wanneer er veel voedsel is. Ze blijven ongeveer vijf tot zes maanden bij hun moeder en zijn na een jaar [[geslachtsrijp]].
{{Commonscat|Felis silvestris lybica}}
{{Appendix}}
{{wikispecies|Felis silvestris lybica}}
|