Plaatsigheid: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 6:
 
==Voorbeelden==
#De constante functie f = 4π heeft ariteit 0, ook nulair of 0-plaatsig genoemd.
#De functie g(x) = sin(2x) heeft ariteit 1, ook unair of 1-plaatsig genoemd.
#De functie h(x,y) = x<sup>2</sup> + 2xy - cos(xy) heeft ariteit 2, ook binair of 2-plaatsig genoemd.
#De relatie R(x,y,z) := "Lijn y verbindt de punten x en z" is een relatie met ariteit 3.
#De klassieke rekenkundige bewerkingen zoals [[optelling]] hebben ariteit 2. De tekens + en - worden echter ook gebruikt om het teken van een getal te veranderen, en om expliciet een positief teken te geven, en in dat geval is de ariteit 1.