Soest (Nederland): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
JorisvS (overleg | bijdragen)
k →‎Geschiedenis van Soest: encyclopedisch woordgebruik
Regel 57:
In 1650 liet een toenmalige burgemeester van [[Amsterdam]] een buitenverblijf bouwen langs de Zoestdyck, ''de Hofstede aen Zoestdijck'', het huidige [[Paleis Soestdijk]], dat in het Baarnse gedeelte van [[Soestdijk]] ligt. In 1674 liet [[Willem III van Oranje]] het verbouwen tot jachtslot. Soestdijk werd een dorp met een aantal grote [[buitenplaats|buitens]], net als Baarn, terwijl Soest zelf een boerendorp bleef. Soestdijk was rond 1890 een dorp waar de elite uit voornamelijk Amsterdam neerstreek. Zo waren er veel privéhuizen, maar ook verschillende hotels. De welgestelden kwamen naar Soestdijk vanwege de schone lucht en de mooie natuur.
 
In 1895 ging de Soester [[Paardentram]] rijden en in 1898 werd Soest met de [[Spoorlijn Den Dolder - Baarn (Stichtse Lijn)|Stichtse Lijn]] aangesloten op het spoorwegennet. Rond 1900 teldehad Soest nog maar 4700 zieleninwoners. Pas rond 1920 groeiden Soestdijk en Soest aan elkaar. In de jaren dertig groeiden ook Soest-Zuid en de buurtschap Soestduinen, met de bouw van vaak grotere villa's. In 1945 telde Soest 16.000 inwoners.
 
In de jaren zestig werd het dorp verder 'gemoderniseerd'. Dat hield in dat een aantal buitens gesloopt werd, zodat de oppervlakte van de tuinen extra ruimte opleverde voor woningbouw en omdat het onderhoud van de villa's simpelweg te kostbaar was geworden. De hoofdstraat van Soestdijk onderging een metamorfose. De statige [[herenhuis|herenhuizen]] maakten plaats voor winkels en sociale woningbouw. Het dorp was hierdoor minder aantrekkelijk geworden en stuk voor stuk sloten de hotels en pensions hun deuren. Bekende hotels waren Hotel Trier, Hotel Eemland en het Oranjehotel.