FloristischBij onderzoekFloron beperkt het floristisch onderzoek zich tot het onderzoek naar de verspreiding van [[vaatplanten]]. [[Mossen]], [[algen]], [[schimmels]] en dergelijkeandere vallen daar ''niet'' onder. Deze worden onderzocht door eigen gespecialiseerde organisaties, zoals de [[Bryologische en Lichenologische Werkgroep]], die mossen en korstmossen inventariseert. Onderzoek wordt verricht naar wilde en verwilderde planten, dus niet naar ''opzettelijk'' door de mens uitgezaaide of geplante individuen. Het
De inventariserenplantensoorten gebeurtworden op een gestandaardiseerde wijze geïnventariseerd. Behalve de naam, dientwordt ook het tijdstip en de plaats van waarneming van een plantensoort te worden aangegevenvastgelegd. Dit gebeurt doormet middelbehulp van ''streeplijsten'' welkedie voorworden elkeingevuld vierkantevoor kilometer (hetelk ''kilometerhok''), begrensdveneen door [[Rijksdriehoekscoördinaten|Amersfoortcoördinaten]],apartbegrensd dienenvierkante te worden ingevuldkilometer. Als de soort minimaaltenminste éénmaal voorkomt in een dergelijk hok, wordt zehet genoteerd. Als de soort slechts met een beperkt aantal exemplaren voorkomt, wordt het aantal genoteerd.
In het verleden werd gewerkt met ''uurhokken'', ongeveer vijf bij vijf kilometer, waarmee uiteraard een grover verspreidingsbeeld werd verkregen.