Mark Twain: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Robbot (overleg | bijdragen)
k Robotgeholpen doorverwijzing: A Connecticut Yankee in King Arthur's Court - Koppeling(en) gewijzigd naar A Connecticut Yankee in King Arthur's Court (roman)
New York City → New York
Regel 47:
| title=John Marshall Clemens
| publisher=State Historical Society of Missouri
| accessdate=2007-10-29}}</ref> Het jaar daarop werd hij leerling bij een drukkerij. In 1851 begon hij met het werk als [[Machinezetter|letterzetter]] en schreef hij artikelen en humoristische verhaaltjes voor de ''Hannibal Journal'', een krant waar zijn broer Orion eigenaar van was. Toen hij 18 was vertrok hij uit Hannibal en hij werkte vervolgens als drukker in [[New York City(stad)|New York]], [[Philadelphia (Pennsylvania)|Philadelphia]], [[Saint Louis (Missouri)|St. Louis]] en [[Cincinnati]]. Hij werd lid van de [[vakbond]] en ontwikkelde zichzelf ’s avonds in de openbare bibliotheken, waar hij naar eigen zeggen meer kennis opdeed dan hij op een gewone school zou hebben gedaan.<ref>Philip S. Foner, ''Mark Twain: Social Critic'' (New York: International Publishers, 1958), p.13, geciteerd in Helen Scotts "The Mark Twain they didn’t teach us about in school" (2000) in ''[[International Socialist Review]]'' 10, winter 2000, pp. 61-65, beschikbaar via [http://www.marxists.de/culture/twain/noteach.htm#n2 www.marxists.de]</ref> Op zijn tweeëntwintigste keerde hij terug naar Missouri. Tijdens een reis naar [[New Orleans (stad)|New Orleans]], stroomafwaarts over de Mississippi, maakte de loods van de [[stoomboot]], Horace E. Bixby, Twain enthousiast voor een baan als stoombootloods; dat was een royaal betaalde baan met een vast salaris van $250 per maand.<ref>''Life on the Mississippi'', chapter 15</ref>
 
[[Bestand:Twain House first floor library HABS CONN,2-HARF,16-63.jpg|thumb|left|De bibliotheek in het [[Mark Twain-huis]], die opvalt door een met de hand gesjabloneerde lambrisering, een schouw uit India, rijkelijk versierd behang en een enorme handgesneden schoorsteenmantel, die Twain in Schotland op de kop had getikt. <small>(foto [[HABS]])</small>]]
Regel 129:
Twains eerste belangrijke werkstuk, ''[[The Celebrated Jumping Frog of Calaveras County]]'', verscheen op 18 november 1865 in de ''[[New York Saturday Press]]''. De reden dat het daarin werd gepubliceerd, was dat zijn verhaal te laat kwam om opgenomen te worden in een boek dat [[Artemus Ward]] aan het samenstellen was, met korte verhalen over het [[Wilde Westen|Amerikaanse Wilde Westen]].
 
De populariteit die Twain na het verschijnen van het verhaal oogstte, leverde hem de opdracht van het dagblad de ''[[Sacramento Union]]'' op om brieven te schrijven over reiservaringen. Op zijn eerste reis voer hij mee op de ''maidentrip'' van het stoomschip Ajax naar [[Hawaï]], dat in die tijd deel uitmaakte van de [[Sandwicheilanden]]. De humoristische brieven die hij inleverde bleken een opstap naar zijn werk voor ''[[Alta California]]'' in San Francisco. Deze krant benoemde hem tot reiscorrespondent voor een scheepsreis van [[San Francisco]] naar [[New York City(stad)|New York]] via het [[Landengte van Panama|Nauw van Panama]]. Gedurende de gehele tocht schreef Twain brieven, waarin hij met groteske humor zijn ervaringen te boek stelde. Op 8 juni 1867 stapte hij aan boord van het plezierjacht ''Quaker City'' voor een zeiltocht van vijf maanden. ''[[The Innocents Abroad or The New Pilgrims' Progress]]'' was het resultaat van deze reis.
{{cquote|1=Dit boek is het verslag van een plezierreis. Als het een verslag was geweest van een gewichtige wetenschappelijke expeditie, zou het iets hebben van die ernst, diepzinnigheid en indrukwekkende onbegrijpelijkheid die zo eigen is aan dat soort boeken en die ze bovendien zo aantrekkelijk maken. Desondanks is het niet alleen maar een verslag van een feestje; het heeft een bedoeling, namelijk de lezer voor te houden hoe hij waarschijnlijk Europa en het Oosten zou zien als hij daar met zijn eigen ogen naar zou kijken, in plaats van met de ogen van de mensen die die landen vóór hem hebben bereisd. Ik doe maar een beetje alsof ik iedereen laat zien hoe hij naar belangrijke dingen aan de overkant van de oceaan zou moeten kijken – dat doen andere boeken wel en daarom is dat niet nodig, zelfs al zou ik het kunnen.}}
 
Regel 181:
Een andere goede vriend van Twain was zijn collega-auteur en medewerker William Dean Howells. Howells' biografen, Susan Goodman en Carl Dawson, gewagen zelfs van een bijna Siamese verbinding tussen de twee mannen. Howell geloofde sterk in Twains kunnen. In een brief van januari 1882 aan zijn vriend merkte hij – haast profetisch – op: ''“Soms denk ik dat wij alleen zullen worden herinnerd als je vrienden en correspondenten.”'' Howells' biografen zijn het erover eens dat de openheid en de intensiteit van de correspondentie tussen Twain en Howells getuigt van een bijzondere vriendschap. Professioneel streefden ze beiden naar meer realisme in de Amerikaanse literatuur van hun tijd.
 
Een derde, wat onwaarschijnlijke vriendschap, was die tussen Twain en de directeur van [[Standard Oil]], Henry H. Rogers. Terwijl Twain veel te danken had aan Henry Rogers, omdat die hem uit een financiële ravage had gered, was hun vriendschap in hun latere jaren wederzijds heilzaam. Twain verloor drie van zijn vier kinderen en zijn geliefde echtgenote en de familie Rogers werd voor hem een plaatsvervangend gezin. Hij werd een trouwe gast in hun huis in New York City, hun zomerverblijf met 48 kamers in [[Fairhaven]] ([[Massachusetts]]) en aan boord van hun motorjacht de ''Kanawha''.
 
[[Bestand:Twain and rogers 1908.jpg|left|thumb|Voor beiden een vriendschap op latere leeftijd. Mark Twain en [[Henry Huttleston Rogers]] in 1908]]
 
De twee mannen introduceerden elkaar bij hun kennissen. Twain was een bewonderaar van het opmerkelijke [[doofblindheid|doofblinde]] meisje [[Helen Keller]]. Hij ontmoette Keller en haar lerares [[Anne Sullivan]] voor het eerst in de winter van 1894 tijdens een feest ten huize van [[Laurence Hutton]] in New York City. Twain introduceerde hen bij Rogers, die samen met zijn vrouw de opleiding van Keller betaalde aan het [[Radcliffe College]]. Het is Twain aan wie wordt toegeschreven dat hij Sullivan, Kellers [[gouvernante]] en metgezel, een wonderdoenster noemde. Zijn woordkeuze werd later de ingeving voor de titel van het toneelstuk en de filmbewerking van [[William Gibson]]s ''[[The Miracle Worker (toneelstuk)|The Miracle Worker]]''. Twain liet Rogers ook kennismaken met de [[journalist]]e [[Ida M. Tarbell]], die de industriemagnaat interviewde, wat leidde tot een ontmaskerend roddelverhaal en indirect tot het uiteenvallen van de Standard Oil Trust. Op de tochten aan boord van de ''Kanawha'' werden Twain en Rogers herhaaldelijk vergezeld van [[Booker T. Washington]], de beroemde voormalige slaaf, die een toonaangevende opvoedkundige was geworden.
 
Terwijl de twee beroemde bejaarde mannen werden gezien als drink- en pokervrienden, wisselden zij ook brieven uit als zij niet bij elkaar waren, wat vaak voorkwam omdat zij allebei veel reisden. Anders dan Rogers eigen brieven, die nooit zijn geopenbaard, zijn de inzichtgevende brieven van Twain wel gepubliceerd.<ref>Zie ''Mark Twain's Correspondence with Henry Huttleston Rogers, 1893-1909''.</ref> De geschreven gedachtewisselingen tussen de twee mannen geven een beeld van Twains welbekende gevoel voor humor en, wat verrassender is, van Rogers gevoel voor gekkigheid, dat een zeldzaam inzicht geeft in de geheime kant van de industriemagnaat.
Regel 191:
In april 1907 voeren Twain en Rogers naar de opening van de [[Jamestown Expositie]] in [[Virginia (staat)|Virginia]]. Twains populariteit bij het publiek was zodanig dat veel aanbidders in boten rond de ''Kanawha'' voeren, in de hoop om een glimp van hem op te vangen. Toen de samenscholing van boten rond het jacht de veiligheid in gevaar dreigde te brengen, voelde hij zich ten slotte verplicht om aan dek te komen en de menigte toe te zwaaien.
 
Vanwege de slechte weersomstandigheden werd het motorjacht een paar dagen opgehouden voordat het zich op de [[Atlantische Oceaan]] kon wagen. Rogers en een aantal anderen van zijn groep keerden per trein terug naar New York. Twain hield niet van reizen met de trein en koos ervoor om te wachten en met de ''Kanawha'' terug te varen. De journalisten tastten echter in het duister over zijn verblijfplaats; toen hij niet volgens plan in New York City terugkeerde, opperde ''[[The New York Times]]'' dat hij mogelijk “op zee vermist” was. Toen hij veilig en wel in New York arriveerde en hem dat ter ore kwam, schreef de humorist een satirisch artikel over het voorval, waarin hij aanbood om “...een diepgaand onderzoek in te stellen naar het bericht dat ik op zee ben vermist. Als er enige grond is voor het bericht zal ik meteen het bezorgde publiek op de hoogte stellen.”<ref>{{en}}[http://www.twainquotes.com/19070505.html Mark Twain Investigating]. The New York Times, May 5, 1907.</ref> Het voorval vertoont gelijkenis met een gebeurtenis uit 1897, waarbij hij zijn beroemde opmerking “Het bericht van mijn dood is overdreven” maakte nadat een journalist erop uit was gestuurd om te onderzoeken of hij overleden was (in werkelijkheid was zijn nicht ernstig ziek).
 
Later in 1907 keerden Twain en de zoon van Rogers, Henry Jr., aan boord van de ''Kanawha'' terug naar de Expositie in Jamestown. De humorist fungeerde als gastheer op de [[Robert Fulton|Robert Fulton Dag]] op 23 september 1907, waarop het eeuwfeest werd gevierd van Fultons uitvinding van de stoomboot. Twain, die inviel voor de ziekelijke voormalige president van de VS, [[Grover Cleveland]], werd geïntroduceerd door [[schout-bij-nacht]] [[Purnell Harrington]]. Twain kreeg een vijf minuten lange staande ovatie; toehoorders juichten en zwaaiden met hoeden en paraplu’s. Diep geroerd zei Twain: “Als jullie een beroep doen op mijn hoofd, voel ik dat niet; maar ik voel het wel als jullie een beroep doen op mijn hart.”<ref>Bericht in de krant ''[[Virginian-Pilot]]'' uit Norfolk</ref>
Regel 197:
In april 1909 keerden de vrienden terug naar [[Norfolk (Virginia)|Norfolk]], [[Virginia (staat)|Virginia]] voor het feestmaal ter ere van Rogers en zijn net voltooide [[Virginian Railway]]. Twain was de inleidende spreker (een van zijn laatste openbare optredens) en werd uitgebreid geciteerd in dagbladen door het hele land.<ref>[http://www.twainquotes.com/N19090405.html Mark Twain Delighted the Little Ones]. ''Norfolk Ledge-Dispatch'', Monday, April 5, 1909.</ref>
 
Een maand later was Twain ''en route'' vanuit Connecticut om zijn vriend op te zoeken in New York City, toen Rogers op 20 mei 1909 plotseling overleed. Twain arriveerde op het [[Grand Central Station]] waar hij door zijn dochter van het nieuws op de hoogte werd gesteld. Overweldigd door verdriet ontweek hij, tegen zijn gewoonte in, de verzamelde journalisten en zei alleen maar “Dit is vreselijk… ik kan er niet over praten.” Twee dagen later fungeerde hij als eredrager bij de begrafenis in New York City. Hij onttrok zich echter aan de rouwbijeenkomst tijdens de treinreis naar de teraardebestelling in Fairhaven. Hij zei “ik kan het niet aan om samen met mijn vriend te reizen en niet met hem praten.”
 
== Politieke en religieuze opvattingen ==