Protocol stack: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 16:
Stel drie computers voor:''A'', ''B'' en ''C''. ''A'' en ''B'' hebben beide radio-apparatuur en kunnen middels luchtgolven communiceren door gebruik te maken van een geschikt [[netwerkprotocol]] (zoals [[IEEE 802.11]]). ''B'' en ''C'' zijn met elkaar door een kabel verbonden, die zij gebruiken om gegevens uit te wisselen (weer met behulp van een protocol, bijvoorbeeld Ethernet). Geen van deze protocollen echter zullen in staat zijn om informatie te transporteren van ''A'' naar ''C'', omdat deze computers zich volgens concept op verschillende netwerken zich bevinden. Men heeft hiervoor een inter-netwerkprotocol nodig om ze te 'verbinden'.
 
Men zou de twee protocollen kunnen combineren om een krachtige derde te vormen, die zowel meester is over de kabel als de draadloze transmissie, maar een ander super-protocol zou dan nodig zijn voor iedere mogelijke combinatie van protocollen. Het is makkelijker de basisprotocollen met rust te laten en een protocol te ontwerpen dat bovenop ieder van de overige kan werken ( het [[Internetprotocol]] is een voorbeeld hiervan). Dit worden dan gezamelijk twee stapels van elk twee protocollprotocollen. Het inter-netwerkprotocol zal communiceren met ieder basisprotocol in de simpelere taal van deze; de basisprotocollen zullen elkaar niet direct aanspreken.
 
Een verzoek van computer ''A'' om een gegevensstuk naar ''C'' te sturen, wordt opgepakt door het bovenste protocol, die (hoe dan ook) weet dat ''C'' bereikbaar is via ''B''. Daarom draagt het het draadloze protocol op om het gegevenspakket te verzenden naar ''B''. Op deze computeercomputer zullen de afhandelaars van de laagste laag het pakket doorgeven aan het inter-netwerkprotocol, diedat, herkennend dat ''B'' niet de eindbestemming is, nog een keer functies op het laag-niveau in werking zal zetten. Nu wordt het protocol van de kabel gebruikt om de gegevens naar ''C'' te zenden. Hier wordt het ontvangen pakket weer doorgegeven aan het bovenste protocol, die ( met ''C'' als einddoel) het zal doorgeven aan een hoger protocol of applicatie op ''C''. Vaak zit er een nog protocol van nog hoger niveau er bovenop die verdere verwerking inluid.
 
Een normale stapel van protocollen ziet er zo uit: