Tiendschuur: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 2:
Een '''tiendschuur''' of '''tiendenschuur''' is het gebouw waarin tijdens de middeleeuwen en het [[Ancien Régime]] de belasting van de [[pachter]]s en andere boeren aan een [[kasteel]]heer (of een klooster) werd opgeslagen. Vaak ging het daarbij om de pachtsom [[in natura]], hetzij een tevoren vastgesteld aantal schoven, hetzij een vast aandeel in de oogst. Daarnaast waren veel boeren verplicht tot het betalen van [[tiende]]n. Ze moesten een tiende deel van de oogst afdragen, oorspronkelijk aan kerkelijke instellingen, later aan particulieren eigenaren die kerkelijke rechten hadden opgekocht.
 
In veel gevallen gaat het daarbij om '''kloosterschuren''', die oorspronkelijk door het eigen landbouwbedrijf van de kloosters en hun [[uithof|uithoven]] werd gebruikt. De Latijnse naam ''grangium'' voor kloosterboerderij is (indirect) afgeleid van het woord ''granarium'' ([[spieker|graanpakhuis]]). Ook op [[kroondomein]]en en adellijke [[ladgoed]]eren verrezen dergelijke gebouwen.
 
De middeleeuwse [[schuur]] is vanaf de twaalfde eeuw ontstaan op [[uithof (klooster)|kloosterboerderijen]], [[kroondomein]]en en adellijke [[landgoed]]eren. Voorlopers waren de middeleeuwse [[hal (architectuur)|ontvangstzaal]], het prehistorische [[Langhuis#woonstalhuis|woonstalhuis]] en het [[horreum|Romeinse graanpakhuis]].