Uiterburen (Zuidbroek): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 35:
Aan de Uiterburen hebben minstens twee middeleeuwse steenhuizen gestaan.
 
De voormalige ''[[Drostenborg]] (Drostenburg, Drostenborgh, Drostenborch)'' (Uiterburen 53), oorspronkelijk een middeleeuws steenhuis, later een herenhuis. De huidige [[villa (bouwkunde)|landhuis]] dateert uit 1875. De oorspronkelijke bewoners van het steenhuis, de leden van de familie Gockinga, hadden het geregeld aan de stok met de [[Groningen (stad)|Groningen]] en de bewoners van omliggende dorpen. De borg van Eijolt Gockinga, die behoorde tot de partij van de [[Vetkopers]] werd in 1401 verwoest door Oldambster boeren met steun van manschappen en kanonnen uit de stad Groningen.<ref>Duijvendak, M.G.J. [et al.] ''Geschiedenis van Groningen'', deel I, Waanders, Zwolle, 2008</ref> De senenvoorburg werden(''underborch'') weggevoerdvan het kasteel werd gesloopt, de grachten werden dichtgegooid en de stenen afgevoerd. Aan de vorm van het perceel te zien, ging het om een ommuurd kasteel met vier hoekbastions. In een klaagschrift, dat wordt geciteerd door Ubbo Emmius, doet Eijolt uitvoering verslag van de krijgshandelingen en de vernederingen die hij zich heeft moeten laten welgevallen. Zijn zoon Eppo herbouwde de borg en versterkte die weer. In 1438 werd het steenhuis opnieuw veroverd door de stad Groningen. Eppo mocht, na tussenkomst van zijn zwager uit Oost-Friesland het steenhuis blijven bewonen tot zijn dood in 1444, daarna vervielen zijn goederen aan de stad. Zijn weduwe werd gewapenderhand van haar bezit verjaagd.<ref>Vries, de [http://www.historici.nl/retroboeken/nnbw/#source=5&page=110&size=800&accessor=accessor_index Gockinga, Eppo] in Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (NNBW)</ref> Dat gebeurde mogelijk in 1456. Sindsdien bevond ''Gockingaheerd'' met het steenhuis zich in handen van de de stad Groningen.
 
De borg bevond zich op een strategische plek aan de route van Groningen naar Duitsland, die over het hoogveen liep en hier naar het zuiden afboog. Hij ging via een brug over de Munter Ae verder langs het (verdronken) dorp Meeden in de richting van Winschoten en Wedde. In de 16e eeuw resideerde hier de [[ambtman]], later de [[drost]] van het Oldambt. De ''Gockemaheerdt''wordt genoemd in 1576. Later sprak men ook wel over de ''Drostenheerd''. Het borg en het herenhuis stond ten noorden van de huidige villa, ongeveer waar nu de zwetsloot is. Vermoedelijk bevond zich hierbij ook een boerderij.