Druïde: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Btouburg (overleg | bijdragen)
k →‎Kenmerken: Een paar komma's veranderd
Btouburg (overleg | bijdragen)
Regel 32:
 
== Geschiedenis ==
De Romeinen waren erg op druïden gebeten, vanwege hun invloed en hun afkerigheid tegen de aanwezigheid van de buitenlandse macht. Ze werden door de Romeinen gezocht en omgebracht. In Bretagne zijn ze zeer lang ondergronds gegaan.{{Bron?||2014|02|23}}
 
In de [[vroege middeleeuwen]] werden voor het eerst Keltische mondelinge overleveringen op schrift gesteld. Tegen die tijd waren de meeste Kelten al [[christen]] geworden. Zodoende verdween de druïdeklasse en met hen ook hun kennis. Het meeste wat we van hen weten zijn verhalen en [[mythe]]n van de Ierse en Britse Kelten. Van die van de Gallische, [[Iberisch Schiereiland|Iberische]] en overige 'continentale' Kelten is bijna niets meer bekend.
Regel 38:
Het weinige dat we weten van de late beoefening van het druïdisme duidt erop dat het (toen) zeer traditioneel en conservatief was, in die zin dat de druïden de hoeders waren van bronnen van cultuur en kennis. Het is nu onmogelijk nog te beoordelen of deze gerichtheid op continuïteit diepe historische wortels had en haar oorsprong had in de sociale veranderingen van de late [[La Tène-periode|La Tènecultuur]], of dat er religieuze innovaties hadden plaatsgevonden.
 
Onze historische kennis van de druïden is zeer beperkt. De kennis van de druïden werd mondeling overgeleverd;. Er was een hoger druïdisch centrum op [[Anglesey]] (''Ynys Môn''), waarheen druïden uit heel Europa trokken om hun geheimen te leren;, maar over wat er daar - en in andere onderwijscentra - onderricht werd, kunnen we slechts gissen.
Van de mondelinge overlevering van de druïden (heilige liederen, gebeden, [[magie|magische]] spreuken en bezweringen) heeft niets overleefd, zelfs niet in vertaling;, en er bestaat geen enkele [[legende (volksverhaal)|legende]] die als puur druïdisch gezien kan worden, zonder Romeinse en/of christelijke interpretatie. Onze belangrijkste bron van informatie over de druïden is Julius Caesar.
 
=== Romeinse bronnen ===
==== Julius Caesar ====
[[Julius Caesar|Caesars]] ''[[Commentarii de bello Gallico]]'' geeft het uitgebreidste verslag van de druïden. Caesar merkt op dat in Gallië alle mannen met enige rang of waardigheid hetzij tot de druïden, hetzij tot de [[adel (klasse)|adel]] (de ''equites'') behoorden. De druïden vormden de [[Wetenschapper|geleerde]] priesterstand, en zij hadden als wakers over het eeuwenoude ongeschreven [[gewoonterecht]] het recht veroordelingen uit te spreken, waarvan de [[excommunicatie|uitsluiting uit de maatschappij]] de meest gevreesdegevreesdste was. Zij waren geen erfelijke [[Kastenstelsel|kaste]], maar waren wel vrijgesteld van zowel [[Dienstplicht|militaire dienst]] als van het betalen van [[belasting (fiscaal)|belastingen]]. Nieuwelingen werden aan een zeer lang opleidingstraject onderworpen.
 
Alle instructie werd mondeling gegeven, maar Caesar vermeldt dat de Galliërs voor dagelijks gebruik een [[alfabet|geschreven taal]] hadden, die in [[Grieks alfabet|Griekse letters]] genoteerd werd. Waarschijnlijk heeft hij die informatie van vroegere schrijvers, want in Caesars tijd waren de Galliërs reeds overgegaan van het Griekse op het [[klassiek Latijns alfabet|Latijnse alfabet]].
Regel 60:
 
==== Pomponius Mela ====
[[Pomponius Mela]] is de eerste schrijver die schrijft dat de instructie van de druïden geheim was, en plaatsvond in grotten en bossen. Sommige struiken in het woud waren heilig, en zowel Romeinen als Christenen plachten deze om te hakken en te verbranden. Soms werden [[mensenoffer]]s aan de druïden toegeschreven. Misschien was dit Romeinse propaganda, maar mensenoffers waren een oude Europese erfenis, en mogelijk hebben de Galliërs mensen [[offer (religie)|geofferd]], hetzij misdadigers hetzij - als we op de Romeinse berichten mogen afgaan - krijgsgevangenen.
 
==== Cicero ====
[[Marcus Tullius Cicero|Cicero]] merkt op dat er onder de Galliërs ''auguren'' of [[waarzeggerij|waarzeggers]] bestaan, bekend als druïden;. hijHij had ene Diviciacus leren kennen, een Aeduer die Caesar ook kende.<ref>[[Marcus Tullius Cicero|Cicero]], ''[[De Divinatione]]'' 1.41 [[:wikisource:en:On divination/Book 1#41|Cicero, De Divinatione 1.41]]</ref>
 
==== Diodorus ====
Diodoros Siculus beweert, zonder bronvermelding, dat de aanwezigheid van een druïde vereist was om een offer voor de [[:Categorie:Keltische godheid|Keltische goden]] aanvaardbaar te laten zijn, aangezien zij de bemiddelaars waren. Hij zegt ook dat druïden zich vóór een [[veldslag]] vaak tussen de partijen wierpen om de [[vrede]] te bewerken.
 
Diodorus merkt over het belang van [[profeet|profeten]] in het druïdisch ritueel op: "Deze mannen [[waarzeggerij|voorspellen de toekomst]] door de vlucht en de [[Vogels#Zang|roep van vogels]] waar te nemen en door het [[offer (religie)|offeren]] van heilige dieren: alle standen van de maatschappij zijn onderworpen aan hun macht... en in zeer belangrijke aangelegenheden [[mensenoffer|offeren zij een mens]] door hem een [[dolk]] in de borst te stoten; uit de waarneming van het samentrekken van diens [[ledematen]] in zijn val en van het stromen van het bloed kunnen zij de toekomst lezen." Deze [[Grieks-Romeinse tijd|Grieks-Romeinse]] commentaren worden tot op zekere hoogte gestaafd door [[archeologie|archeologische opgravingen]]. Bij [[Ribemont]] in [[Picardië]], [[Frankrijk]], zijn kuilen opgegraven die gevuld waren met [[Bot (anatomie)|menselijke beenderen]], enevenals [[dijbeen]]deren die opzettelijk in een rechthoekig patroon waren geplaatst. Verondersteld wordt dat dit een [[heiligdom]] was dat door Caesar bij zijn verovering van Gallië met de grond gelijk is gemaakt. In een moeras in [[Lindow]], [[Cheshire (graafschap)|Cheshire]], [[Engeland]], is een lichaam ontdekt dat mogelijk het slachtoffer van een druïdisch ritueel was, maar het zou evengoed een
[[doodstraf|terechtgestelde misdadiger]] kunnen zijn. Het lichaam wordt nu tentoongesteld in het [[British Museum]] in [[Londen]].
 
Regel 76:
==== Plinius ====
====Tacitus====
[[Publius Cornelius Tacitus|Tacitus]] geeft een beschrijving van de Romeinse aanval op het eiland Mona ([[Anglesey]] of ''Ynys Môn'' in het Welsh) onder leiding van [[Gaius Suetonius Paulinus|Suetonius Paulinus]]. Tacitus beschouwt de legioensoldaten als stijf van angst toen ze bij hun landing de verzamelde druïden zagen, die met ten hemel geheven handen afgrijselijke bezweringen over de hoofden van de invallers afriepen. Maar spoedigSpoedig haalde hun moed het op hun vrees en kwamen zij ook nadien dergelijke scènes te boven, aldus de Romeinse geschiedschrijvers. De Britten werden tot de strijd gedwongen, maar de heilige bomen van Mona werden voor alle zekerheid neergehaald.
 
==== Laat-Romeins ====