Koorgestoelte: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
verduidelijking
Regel 4:
Het '''koorgestoelte''' (men spreekt ook van '''koorbanken''') is een rij zitplaatsen tegen de zijwanden van het [[priesterkoor|koor]] van een kerk, meestal een [[kathedraal]], [[kapittelkerk]] of [[kloosterkerk]]. Vaak bestaat het gestoelte uit twee rijen zitplaatsen achter elkaar, waarvan de tweede verhoogd is. Een hoge achterwand vormt meestal de afscheiding met de [[kooromgang]]. De koorbanken waren vaak voorzien van kunstig houtsnijwerk.
 
Koorbanken zijn vanaf de dertiende eeuw in zwang voor de geestelijken die in het koor de [[getijde (gebed)|getijden]] zingen. In een kathedraal of een kapittelkerk waren dat de [[seculiere kanunnik|kanunnik]]en en in een kloosterkerk de [[monnik]]en. Omdat dat veelal staand diende te gebeuren, zijn de klapzittingen aan de onderkant voorzien van gebeeldhouwde [[console (bouwkunde)|console]]s, de zogenaamde [[misericorde]]s waarop geleund kan worden. In gebiedenveel diekerken nazijn de koorbanken verwijderd of kregen een andere bestemming; in de Noordelijke Nederlanden gebeurde dat al tijdens de [[Reformatie|Hervormingreformatie]], protestantsin zijnde geworden,Zuidelijke zijnNederlanden pas bij de koorbankenopheffing overbodigvan gewordenkapittels en meestalkloosters uitin de kerkFranse verwijderdtijd.
 
Ook [[parochiekerk]]en bezaten soms een koorgestoelte dat kon worden gebruikt voor de medewerkers aan de [[liturgie]], zoals zangers en lectoren.
Regel 23:
 
[[Categorie:Onderdeel kerkgebouw]]
[[Categorie:Meubilair]]