Dominicus Guzmán: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
correctie van kennelijke vergissing mbt sterfdatum
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 21:
Hij studeerde in [[Palencia (stad)|Palencia]] en werd rond 1195 [[seculiere kanunnik|kanunnik]] van de kathedraal van Osma (tegenwoordig [[Burgo de Osma]]). In 1203 en 1205 begeleidde hij als subprior van het [[kapittel|kathedraalkapittel]] bisschop [[Diego van Osma]] op reizen naar Scandinavië in opdracht van de koning van Castilië. Dominicus vatte hierdoor het idee op om in Scandinavië te gaan missioneren.
 
In 1206 kreeg hij van de paus een missietaak in de [[Languedoc (provincie)|Languedoc]], waar hij samen met [[cisterciënzers]] de [[Katharen|Kathaarse]] ketters moest bestrijden. Deze monniken bereikten weinig door hun hooghartige optreden en luxueuze uitstraling. Dominicus begon daarom in alle eenvoud te prediken. Volgens Dominicus moest ketterij namelijk bestreden worden door predikheren die met hun eenvoudige leefstijl hun woorden geloofwaardigheid en autoriteit verschaften. ZijnDominicus' prediking had duidelijkaanvankelijk een zeker succes. Eind 1206 stichtte hij te [[Prouille]] (hedendaags [[Fanjeaux]]) een vrouwenklooster, het eerste klooster van de latere [[dominicanessen]]. Rome probeerde met de zg. [[Albigenzische Kruistochten]] (1209 - 1229) een einde te maken aan het katharisme. In veel ingenomen steden kwamen geen grote aantallen katharen voor. De kathaarse parfaits konden gemakkelijk ontsnappen naar andere plaatsen. Er waren nog talrijke toevluchtsoorden onaangeraakt gebleven. Toch mag het belang van de kruistochten niet onderschat worden. Gewoonlijk zochten de katharen bescherming bij de lokale heren die hen welgezind waren. Als deze ten val gekomen waren, verloren de katharen hun beschermheer en vertoonden ze zich ook niet meer in die omgeving. De Languedoc was niet langer een gastvrije plaats voor de katharen. De kruistochten hebben de weg vrijgemaakt voor de [[Inquisitie]].
 
In [[Toulouse (stad)|Toulouse]] begon hij met de oprichting van een orde voor de [[preek|prediking]]. In 1215, tijdens het [[Vierde Lateraanse Concilie]] werd de orde officieel erkend door [[paus Innocentius III]] onder de naam ''Ordo Praedicatorum'', vandaar dat de dominicanen ook wel bekendstaan als 'predikheren'. In 1217 zond Dominicus zijn broeders uit naar [[Parijs]], Spanje en Italië. De broeders moesten met name aan de universiteiten van [[Universiteit van Parijs|Parijs]] en [[Universiteit van Bologna|Bologna]] [[theologie]] gaan studeren. Er ontstond een internationale [[kloosterorde|orde]] die in 1220 voor het eerst in Bologna een generaal [[kapittel]] hield. De nadruk kwam sterk te liggen op studie en het in praktijk brengen van het Woord.