Kapel van Onze-Lieve-Vrouw van zeven Smarten (Caberg): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
argh
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 55:
| {{Galerijbestand groot|Kapel van Onze-Lieve-Vrouw van zeven Smarten, 4.JPG|metselwerk met letter M en muizentanden}}
|}
Kleiner doch hoger dan het oorspronkelijke gebouw werd het nieuwe opgetrokken uit [[veldbrandsteen|veldbrandstenen]]. Een eiken deur werd in 1932 vervangen door een ijzeren traliewerk diedat de [[rondboog|rondbogige]] toegang afsluit. Aan de hoeken bevinden zich licht uitkragende [[liseen|lisenen]], de toegang steekt uit. Het geheel is afgedekt met een betonnen zadeldak, afgewerkt met [[dakleer]]. Onder nok en dakrand bevinden zich dubbele rijen [[muizentand]]en. In het metselwerk boven de ingang is een (oorspronkelijk gouden) hoofdletter M aangebracht. Het boogveld boven de deur vertoont een houten balk met daarop de woorden "Ave Maria". De kapel is omgeven door drie [[Linde (geslacht)|linden]], voorstellende geloof, hoop en liefde.
 
===Interieur===
Regel 80:
 
===Grond===
De grond waarop de kapel gebouwd werd, behoorde tot 1902 toe aan de erven van een zekere mevrouw Rigo uit [[Velm]]. Deze verkochten het goed aan de Beurzenstichting Mathias Wijnandts uit Maastricht. Het was deze stichting die de bouw van de nieuwe kapel bekostigde.
 
==Verering==
Het is vrijwel zeker dat de kapel nooit anders dan in het teken van Mariaverering gestaan heeft. Vanaf de bouw van de oorspronkelijke kapel tot in de [[19e eeuw]] vonden er jaarlijkse sacramentsprocessies plaats vanuit Lanaken, waarbij de kapel als ruststatie dienstdeed. Vanaf de 19e eeuw tot 1960 vonden er vooral noveentochten plaats vanuit omliggende dorpen. Sinds 1960 is de kapel eindpunt van een drietal processies per jaar vanuit Caberg. Verder wordt de kapel nog geregeld bezocht op individuele basis.
 
Het schuttersgilde "St. Sebastianus" nam zelf deel aan de processies en droeg waarschijnlijk ook zorg voor het goede verloop ervan.<ref>Zie [[Schutterij_(folklore)#Het_ontstaan_van_schuttersgilden|Schutterij (folklore)]]</ref> Diverse gebeurtenissen leidden ertoe dat de band met Lanaken steeds zwakker werd. Zo werd in de Franse tijd de schutterij opgeheven en kwam Lanakerveld (en dus ook de kapel) bij de [[Verdrag van Londen (1839)|opsplitsing]] van Nederland en België op Nederlands grondgebied te liggen. De aanleg van het [[Albertkanaal]] in de jaren dertig zorgde ervoor dat de weg vanuit Lanaken naar de kapel definitief afgesneden werd, terwijl ronderond dezelfde tijd vanuit Caberg de devotie aan de kapel juist toenam. Omdat [[Smeermaas]] reeds in 1894 een eigen kapel gekregen had, vonden er vanaf dan geen processies meer plaats vanaf Belgisch grondgebied (met uitzondering van een korte periode in de jaren 90 van de 20e eeuw, tijdens de restauratie van de [[Antonius Abt]]-kapel in Smeermaas).
 
Na de opsplitsing vonden vooral groepsbedevaarten plaats vanuit Wolder (waartoe de kapel destijds behoorde). In een opgaaf van de processies en bedevaarten in het dekenaat Maastricht noteerde de toenmalige [[Deken (Kerk)|deken]] van Maastricht op 31 januari 1857:
Regel 91:
''Er bestaat in deze parochie een kapelletje op den weg van Caberg na Lanaken alwaar de geloovigen al biddende onder weg soms luid op, den heiligen, wiens beeld daar berust, gaan eeren en aanroepen.''
 
Hoewel deze tekst suggereert dat het om een mannelijke figuur gaat die jaarlijks vanuit Wolder aanbeden wordt, mag er vanervan worden uitgegaan dat dit een foutieve interpretatie betreft van de soms gebrekkige opgaven door de plaatselijke pastoors. Ofschoon de opgaaf door de deken de enige vermelding is van bedevaarten voor de 20e eeuw, wordt algemeen aangenomen dat er nooit een verering plaatsvond van een andere heilige dan Maria.
 
Op individuele basis werd de kapel nog tot ver in de 20e eeuw bezocht door zowel inwoners van Caberg, als die van Lanaken en Smeermaas, nadien uitsluitend door inwoners uit Oud-Caberg. Tot in de jaren zestig vonden er geregeld noveentochten plaats vanuit Caberg, waarbij negen meisjes negen avonden lang om genezing van ernstig zieken kwamen vragen. Een bijzondere bedevaart vond plaats op 8 mei 1932, waarbij zo'n 2000 volgelingen van de Maastrichtse heren- en jongeherencongregaties, de canisiuscongregatie en de dames- en meisjescongregaties onder begeleiding van [[Augustinus Caspar Kengen|pastoor Kengen]] van Caberg in een lange processie naar de kapel trokken. Aanleiding was de plaatsing van een nieuwe piëta door toenmalig burgemeester van Maastricht [[Leopold van Oppen]]. De plechtige inzegening werd verricht door deken P. Wouters van Maastricht en prof.dr. F. Feron verzorgde de feestpredikatie. Het geheel stond in het teken van eerbetoon aan allen die "sedert onheuglijke jaren met hun leed bij deze Genade-kapel kwamen" en eerherstel na de vernieling van het vorige Mariabeeld in 1931.