Belgische adel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 71:
De edellieden die tot de Belgische adel behoren hebben hun adellijke status en titel uit verschillende bronnen ontvangen. De oudste adel heeft zijn wortels in het [[ancien régime]] en vroegere perioden. De titels werden verleend door ofwel de koning van [[Frankrijk]] of de keizer van het [[Heilige Roomse Rijk]], al naargelang waar het met de adelstitel verbonden territorium gelegen was. Later was dit door de koning van Spanje toen de Zuidelijke Nederlanden de Spaanse [[Habsburgse monarchie|Habsburgers]] als vorsten hadden en vervolgens door de keizer van Oostenrijk onder de Oostenrijkse Habsburgers.
 
De adellijke oorsprong van slechts een 350-tal families klimt op tot onder het ancien regime, hetzij iets minder dan 30 % van het totaal.
De adellijke oorsprong van slechts een 400-tal families reikt tot de [[17e eeuw]] of vroeger. Van de adellijke titels dateert 5 % uit de [[middeleeuwen]], 30 % uit de Spaanse tijd en 15 % uit de Oostenrijkse tijd. De overige 50 % van de titels dateert uit de [[19e eeuw]] of later. Het aandeel van de titels verleend tijdens het [[Eerste Franse Keizerrijk]], de zogenoemde [[Empireadel]] verleend door [[Napoleon Bonaparte]] is zeer beperkt.
 
Alle titels dienden tijdens het [[Verenigd Koninkrijk der Nederlanden]] te worden herbevestigd. Sommige families deden dit niet, hetzij om principiële redenen, hetzij omdat ze door de revolutiejaren arm waren geworden. Een aantal onder hen liet zich later erkennen onder het Koninkrijk België. Het grootste deel betreft nieuwe adellijke gunsten en titels verleend onder het Belgisch koninkrijk. Tijdens het koningschap van [[Boudewijn I van België|Boudewijn I]] vonden 242 verheffingen plaats en 27 inlijvingen al dan niet gekoppeld aan het verlenen van titels; aan 217 adellijke personen werd een hogere titel verleend.<ref>M. Van Damme, p. 38-39.</ref>
 
Het grootste deel van de huidige adel betreft nieuwe adellijke gunsten en titels verleend onder het Belgisch koninkrijk. Zo vonden tijdens het koningschap van [[Boudewijn I van België|Boudewijn I]] 242 verheffingen plaats en 27 inlijvingen al dan niet gekoppeld aan het verlenen van titels, terwijl aan 217 adellijke personen een hogere titel werd verleend.<ref>M. Van Damme, p. 38-39.</ref>
In tegenstelling tot de adellijke status zelf, worden titels steeds minder vaak erfelijk verleend. Ter gelegenheid van het huwelijk van prins [[Filip van België|Filip]] met jonkvrouw [[Mathilde d'Udekem d'Acoz]], werden haar vader, diens twee broers en al hun afstammelingen met de titel graaf of gravin vereerd. Voormalig eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken [[Pierre Harmel|Pierre graaf Harmel]] kreeg het voorrecht van de overdraagbare titel voor al zijn rechtstreekse mannelijke en vrouwelijke afstammelingen die de naam Harmel dragen. Andere voorbeelden hiervan vindt men bij de bankiers-industriëlen Maurice Lippens en Georges Jacobs. Oud-premier [[Gaston Eyskens]] kreeg de titel van burggraaf met erfelijke overdracht op de eerstgeborene.
 
In tegenstelling tot de adellijke status zelf, worden titels steeds minder vaak erfelijk verleend, alhouwel dit toch nog voorkomt. Ter gelegenheid van het huwelijk van prins [[Filip van België|Filip]] met jonkvrouw [[Mathilde d'Udekem d'Acoz]], werden haar vader, diens twee broers en al hun afstammelingen met de titel graaf of gravin vereerd. Voormalig eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken [[Pierre Harmel|Pierre graaf Harmel]] kreeg het voorrecht van de overdraagbare titel voor al zijn rechtstreekse mannelijke en vrouwelijke afstammelingen die de naam Harmel dragen. Andere voorbeelden hiervan vindt men bij de bankiers-industriëlen Maurice Lippens en Georges Jacobs. In de meeste gevallen, als er al erfelijkheid van de titel wordt toegekend, is dit meestal door overdracht bij eerstgeboorte. Oud-premier [[Gaston Eyskens]] kreeg aldus de titel van burggraaf met erfelijke overdracht op de eerstgeborene.
 
Meer en meer worden ook vrouwen in de adelstand opgenomen, ongeacht of ze gehuwd zijn. Aan hen worden de titels barones, burggravin of gravin toegekend. Er is geen vrouwelijk equivalent van de riddertitel. Deze verheffingen zijn uiteraard steeds ten persoonlijke titel, zonder erfelijkheid.