Dwergstaat: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k →Afhankelijkheid: grammatica |
|||
Regel 16:
Dwergstaten kampen, net als [[eilandstaten]] (veel dwergstaten zijn bovendien ook eilandstaten), met een tekort aan economische hulpbronnen die middelen van bestaan kunnen garanderen. Dit leidde met name in de 19e eeuw tot een uittocht van jonge mensen die hun geluk elders gingen beproeven, waardoor de staatjes te kampen kregen met een [[braindrain]] en ontvolkt dreigden te raken. In de 20e eeuw wisten veel van hen echter nieuwe inkomensbronnen te vinden, geholpen door de toenemende mobiliteit. Sommige ministaten leven grotendeels van toerisme, anderen moeten het hebben van een bankgeheim, voordelige belastingfaciliteiten of het zijn van [[goedkoop vlagland]]. Anderen, zoals Singapore en Hong Kong, profiteerden van hun gunstige ligging en ontwikkelden zich tot een handelshub.
Aan het bankgeheim, fiscale faciliteiten en het zijn van goedkoop vlagland kleven echter wel risico's. Het kan ergernis opwekken bij grotere (OESO-)landen, die zich zorgen maken over het weglekken van belastinggelden of misbruik door de georganiseerde misdaad. Dit kan leiden tot economische sancties waar de ministaat weinig tegenover kan stellen. Veel ministaten hebben dan ook een 'broodheer' (vaak de voormalige kolonisator of het buurland) die het in
Een aantal dwergstaten is hierdoor economisch zeer succesvol geworden.
|