Søren Kierkegaard: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Taal en denken: Taal als orgaan van possibiliteit en voorwaarde tot zelfverwezenlijking
→‎Cultuurkritiek: afbeelding in kleur
Regel 108:
 
== Cultuurkritiek ==
[[Bestand:Kierkegaard portraitKierkegaard_1902_by_Luplau_Janssen.jpg|miniatuur|Kierkegaard aan zijn bureau, door [[Luplau Janssen]], eerste helft 19e eeuw]]
Kierkegaard was een sterk polemisch denker die zijn [[polemiek]] richtte op de geesteshouding en de beknellende verbanden en ideeën van zijn tijdgenoten.<ref>Kuypers, p. 64 e.v.</ref> Zijn kritiek gold met name het [[systeemdenken]] in de filosofie en de wetenschap van zijn tijd. Sinds [[René Descartes]] was het denken als systeem tot iets absoluuts verheven. Hij was het die de aanzet had gegeven tot de moord op de subjectiviteit. Alles werd (manipuleerbaar) object, ook voor de wetenschap. Ook Immanuel Kants onvoorwaardelijk vertrouwen in de rede om de mens te leiden betekende voor Kierkegaard een reductie van het werkelijke leven. Kierkegaard voorzag een toenemende invloed van de politiek en de natuurwetenschap op het alledaagse leven, met als gevolg een verlies van vrijheid en zingeving voor het individu. In dagboekaantekeningen uit 1846 schrijft hij: "Al het verderf zal uiteindelijk van de natuurwetenschappen komen". In een rationalistische tijd waarin ook de mens tot object wordt herleid, is er geen tijd meer voor reflectie en ontbreekt volgens Kierkegaard de hartstocht die het denken en het handelen tot een eenheid maakt. Het tegengif om aan deze beknellende rationalisering en objectivering te ontkomen formuleert hij als zijn drie niveaus van existentie (zie hoger).