Søren Kierkegaard: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
verb. link
Kerk als instituut met een hoofdletter, kerk als gebouw met kleine
Regel 1:
{{Meebezig}}
{{Infobox filosoof
| naam = Søren Kierkegaard
Regel 23 ⟶ 22:
'''Søren Aabye Kierkegaard''' ([[Kopenhagen]], [[5 mei]] [[1813]] – aldaar, [[11 november]] [[1855]]) was een [[19e eeuw|19e-eeuws]] [[Denemarken|Deens]] [[filosoof]], protestants [[theoloog]] en [[Cultuurkritiek|cultuurcriticus]]. Omdat hij in zijn filosofisch werk het belang van persoonlijke keuzes en betrokkenheid benadrukt, wordt Kierkegaard vaak gezien als de wegbereider of eerste vertegenwoordiger van het [[existentialisme]].
 
Kierkegaards denken wordt gekenmerkt door een unieke complexiteit vanwege zijn anti-systematische en vaak literaire benadering van de [[filosofie]]. Veel van zijn filosofische en theologische werken publiceerde hij bijvoorbeeld onder verschillende pseudoniemen en elk van deze "auteurs" schreven vanuit een ander filosofisch standpunt. Deze techniek stelde Kierkegaard in staat om verschillende manieren van denken en leven voor te stellen die overeenkwamen met zijn drie fasen van existentie: esthetisch, ethisch en religieus.
 
Deze indirecte en ironische stijl van schrijven stelde wetenschappers voor een probleem wanneer ze Kierkegaards definitieve visie op de dingen wilden achterhalen. Kierkegaard zocht deze dubbelzinnigheid echter bewust op, omdat hij wilde dat zijn lezers zelf keuzes zouden maken in plaats van zich te richten naar universele wetten of voorschriften van religieuze instituten. Hij schreef zijn lezers dus niets voor, en vertrouwde erop dat zij de waarde van zijn ideeën voor hun eigen leven zouden bepalen.
Regel 29 ⟶ 28:
== Levensloop ==
=== Opvoeding en studie ===
Søren Kierkegaard was het zevende kind uit het huwelijk van Michael Kierkegaard en diens tweede vrouw Ane Sørensdatter Lund, beiden afkomstig uit [[Jutland|Jutse]] families. Vader Michael, een notabele die zijn eerste vrouw aan een longontsteking had verloren, was een streng godsdienstig man. Ooit had hij als herdersjongen op de [[Heide (vegetatie)|heide]] van [[Jutland]] God vervloekt, een daad die zijn geweten zijn verdere leven bleef achtervolgen. Kierkegaard werd sterk door zijn zwaarmoedigheid beïnvloed.
 
Kierkegaard viel op school op doordat hij zich zowel een scherpzinnig denker als een clown betoonde. Hij maakte plichtsgetrouw zijn huiswerk, kon fel debatteren (vaak met een geestige ondertoon), maar vrienden maakte hij niet. Opvallend was dat hij wel goed was in [[Latijn]], maar niet in [[Deens]], een taal waarvan hij een van de latere vernieuwers en autoriteiten is geworden.
 
In oktober 1830 begon Kierkegaard zijn studie theologie aan de [[Universiteit van Kopenhagen]], nadat hij ''[[cum laude]]'' door de toelatingsexamens heen was gekomen. Hij toonde interesse in meerdere disciplines en kon zijn grenzeloze nieuwsgierigheid bevredigen in met name de filosofie. De filosofieprofessoren F.C. Sibbern en Poul Martin Møller (een criticus van [[Georg Wilhelm Friedrich Hegel|Hegel]]) oefenden grote invloed uit op de student, die zich tevens graag mocht mengen in de [[Polemiek|polemische]] en anderszins uitdagende wereld van de [[studentenvereniging]]. In deze tijd begon hij ook met zijn eerste beschouwende publicaties, onder andere over de vrouw en de persvrijheid. In juli 1840 rondde Kierkegaard zijn basisstudie af. Op 29 september 1841 verdedigde hij zijn proefschrift ''Om Begrebet Ironi'' ("Over het begrip [[ironie]]") en behaalde daarmee de titel van magister, vergelijkbaar met de doctorstitel.
 
=== Verloving ===
Regel 43 ⟶ 42:
De periode 1842-1846 wordt als Kierkegaards filosofische doorbraak gezien. In 1841 was hij naar [[Berlijn]] getrokken om colleges te volgen (onder andere bij de beroemde filosoof [[Friedrich von Schelling]], die hem echter volledig teleurstelde) en een nieuw leven te beginnen, ver weg van het toen kleinsteedse Kopenhagen. Men bedenke dat het verbreken van een verloving destijds gold als een echtscheiding; in Kopenhagen was het een schande. In Berlijn vonden de voorbereidingen plaats voor een van zijn bekendste werken: ''[[Enten-Eller]]'' ("Of-of"). Dit werk, dat verschillende delen bevat die onder meerdere [[pseudoniem]]en zijn geschreven, voltooide hij in 1842, terug in Kopenhagen. In snel tempo volgden andere geschriften die later bekend zijn geworden, zoals ''[[Vrees en beven]]'', ''Stadia op de levensweg'', ''Filosofische kruimels'' en ''Afsluitend onwetenschappelijk naschrift''. De pseudonimiteit en het uitdagende karakter van zijn publicaties maakten hem tot een controversiële persoonlijkheid. In 1845 loofde het plaatselijke satirische tijdschrift ''Corsaren'' ("De Vrijbuiter") het werk van Kierkegaard (het gaat om de verdiensten van Victor Eremita, de pseudonieme uitgever van ''Enten-Eller'' in vergelijking met werk van anderen) in een recensie; Kierkegaard zelf was daar echter niet van gediend. Hij was toen zelf nog bezig met het ''Onwetenschappelijk naschrift'', maar in 1846 nam hij de pen op en bond zelf onder pseudoniem de strijd aan met Corsaren. Het blad viel voor hem samen met de figuur P.L. Möller. Om deze figuur ging het Kierkegaard dan ook; uiteindelijk 'kreeg' hij hem. Aan het eind van de affaire kon Kierkegaard zich niet meer op straat vertonen zonder uitgejouwd te worden. P.L. Möller was, zoals een tijdgenoot (de bevriende uitgever van Corsaren, Goldschmidt) het zei, vernietigd.
 
Na 1846 ging Kierkegaard zich meer op stichtelijk-[[christelijke filosofie]] toeleggen. Hij stelde de in zijn ogen [[wereld (christendom)|verwereldlijkte]] Deense [[staatskerk]] aan de kaak (waarbij hij onder andere in conflict raakte met zijn oudere broer, de theoloog [[Peter Kierkegaard]]). Ook kwam hij met levenslessen in boeken als ''Daden van naastenliefde'', ''Oefening in christendom'' en ''De ziekte tot de dood'', maar tevens in zijn vele dagboeknotities, die postuum zijn uitgegeven.
 
Hij ontmoette Regine Olsen nog twee keer, die inmiddels met Fritz Schlegel was getrouwd. Nog steeds bleek hij hevige gevoelens te hebben bij haar verschijning. In 1855 lanceerde Kierkegaard een eigen tijdschrift (''Øjeblikket'', "Het Ogenblik") waarin hij zich wederom met [[Polemiek|polemische]] beschouwingen tegenover het officiële [[christendom]] uitsprak.
 
=== Levenseinde ===
Kierkegaard belandde in een literair zeer actieve periode, die hem mogelijk uitputte. Aan het eind van deze periode, toen hij openlijk de kerkKerk bekritiseerde, leefde hij steeds meer afgezonderd. Niet langer kon hij zich identificeren met zijn tijdgenoten, die de kerkKerk vaak zagen als Goddelijk gezag. Wel maakte Kierkegaard nog steeds kleine uitstapjes met het paard en wagen, maakte wandelingetjes of bezocht familie. Hij praatte echter over niets anders dan het verderf van de kerkKerk en had geen oor voor verhalen van anderen. Hij sprak vreemden op straat aan op hun gedrag en hun levensvisie en bekritiseerde het daarna vaak. [[Socrates (filosoof)|Socrates]] stond er ook om bekend om mensen voor het blok te zetten en ze midden op straat vaak moeilijke stellingen voor te leggen. Door deze vergelijking werd Kierkegaard in deze tijd ook wel 'de Socrates van Kopenhagen' genoemd.
 
Op een van zijn kleine wandelingen zakte Kierkegaard plots in elkaar. Hij werd daarna thuis verzorgd door een dokter die hem sterk aanried naar het ziekenhuis te gaan. In het ziekenhuis beland, verslechterde Kierkegaards situatie snel: zijn eetlust verdween en hij sliep veel. In zijn heldere uren kreeg hij geregeld bezoek van familie. Hij weigerde echter zijn eigen broer te ontvangen omdat hij, zoals hij het zei, geen huichelarij naast zijn bed wilde hebben. Hij weigerde ook de bloemen die hij ontving in het water te zetten, want, zei hij, "Het lot van bloemen is open te gaan, hun geur te verspreiden en dan te sterven".
 
Op zijn sterfbed viel er een rust over Kierkegaard. Zijn bezoekers konden met hem praten en hij luisterde weer naar anderen. Hij bleef wel een eigenzinnig figuur en sprak veel met een oude vriend die hij veel ontving bij zijn sterfbed. Deze man, Emil Boesen, vroeg hem om nog een keer het [[Avondmaal]] te vieren voor hij overleed. Opnieuw weigerde Kierkegaard, omdat dit een instrument van de bureaucratische, winstbeluste kerkKerk zou zijn. Hij stuurde de dominee, die al in het ziekenhuis was, gewoon terug met het brood en de wijn. Hij vroeg zich ook af hoe hij begraven zou worden. Tegen zijn familie zei hij: "Of jullie mij vanuit de kerkKerk begraven of jullie doen het niet, van beide zullen jullie spijt krijgen".
 
Op datzelfde moment zat de kerkKerk met hetzelfde probleem. Als zij ervoor kozen hem buiten de kerk om te begraven gaven zij hem gelijk in zijn kritiek en zouden ze alles over één kam scheren. Hij had immers ook veel goeds betekend voor God en de christelijke kerkKerk. Zouden ze hem binnen de kerk, dus officieel, begraven dan ging dit tegen Kierkegaards veel gemaakte kritiek tegen deze bezigheden in. Kierkegaard genoot van deze tweestrijd en wist voor hij overleed nog niet hoe hij begraven zou worden. ''Corsaren'' maakte ook nog een laatste prent van Kierkegaard waarin hij te zien is als middelpunt van het universum, met het onderschrift 'De Grote Filosoof', dit keer gemeend{{Bron?||2009|12|06}} en zo gaven ook zij hem de laatste eer.
 
Op 11 november 1855 stierf Kierkegaard in het ziekenhuis. Zijn broer Peter nam uiteindelijk de beslissing om hem een kerkelijke bijzetting te geven. Dit gebeurde in een van de voornaamste kerken van Kopenhagen. De kerk zat propvol en zelfs buiten stonden mensen om de denker zijn laatste eer te bewijzen. Vooral arme en simpele mensen die zijn boeken niet eens gelezen hadden kwamen om hem nog een keer te zien. Hoog opgeleiden waren niet aanwezig, met uitzondering van zijn broer Peter, aartsdiaken Tryde en een professor die hij persoonlijk had gekend, Rasmus Nielsen. Studenten waren wel veel aanwezig.
[[Bestand:KierkegaardGrave.jpg|miniatuur|Kierkegaards graf in Assistens Kirkegård]]
Peter Christian hield de overdenking en zei hierin dat zijn broer herinnerd moest worden om zijn grote daden voor het christelijk geloof. Nooit had hij hiervan afgeweken en het was voor hem de absolute waarheid. Ze moesten verwondering hebben voor Kierkegaards werken maar hem tegelijkertijd vergeven dat hij aan het eind van zijn leven was gaan 'dwalen van de echte leer'. Dit verwees ongetwijfeld naar 'Het Ogenblik' en de literaire werken met commentaar op de kerkKerk. Veel anders kon Peter natuurlijk niet zeggen, met zijn kerkKerk aan de kant vanzijn hemzijde en zijn eigen broer aan de andere kant.
 
Na de dienst, toen de kist al bijna in het graf werd neergelaten, nam zijn arts Lund nog het woord. Hij was verontwaardigd over het gedrag van de kerkKerk na het overlijden van zijn patiënt. Hij zei: "Deze man, die hier vandaag in stijl wordt begraven, alsof hij bij de kerkKerk hoorde, was tijdens zijn leven één van de vurigste tegenstanders van deze zelfde kerkKerk. Ik protesteer er daarom tegen, zowel in zijn als mijn eigen naam, dat men onze aanwezigheid hier beschouwt als een deelnemen aan de eredienst van 'het officiële christendom'. Hij is hier tegen zijn wil naartoe gebracht. Ik ben slechts gevolgd om dit feit te constateren. Noch hij noch ik zijn ooit bij een officiële christelijke handeling geweest, nadat we hadden ingezien wat dit officiële christendom inhield." Na deze korte toespraak werd er 'Bravo' geroepen en zelfs 'Weg met de dominees!' Zo werd Kierkegaard alsnog in zijn stijl begraven. (De dokter kreeg hierna van de kerkKerk een boete van 100 rijksdaalders en moest zijn excuus aanbieden.)
 
Op zijn grafsteen werd de volgende tekst, uitgekozen door Kierkegaard zelf, aangebracht: