Gietijzer: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 85.234.217.14 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Vis met 1 oog
Regel 10:
 
==Eigenschappen==
Gietijzer is zeer goed op druk te belasten, maar de treksterkte is niet erg groot bij de niet gelegeerde gietijzersoorten; voor op trek belaste constructie-elementen kan beter gebruikgemaakt worden van [[smeedijzer]].
Om zeer hoge treksterktes te bereiken is het mogelijk om enkele legeringselementen zoals [[nikkel]], [[molybdeen]] en [[silicium]] toe te voegen aan de [[smelt (metaalkunde)|smelt]].
Tevens kunnen de mechanische eigenschappen worden beïnvloed door een warmtebehandeling.
[[Nodulair gietijzer]] met een laag siliciumgehalte wordt veelal gebruikt voor onderdelen die bij zeer lage temperaturen dienst moeten doen ([[kerfslagwaarde]]).
In tegenstelling tot andere metalen is lamellair gietijzer vrij star, in het geheel niet flexibel, dat wil zeggen breekbaar bij verkeerde belasting.
Nodulair gietijzer heeft daarentegen goede mechanische eigenschappen.
Gebroken gietijzer is tegenwoordig te herstellen door lassen met speciale laselektrodes.
Na een lasbehandeling ontstaan er spanningen in het gietstuk die kunnen worden verwijderd door een warmtebehandeling.
 
Vooral door de dikte van het materiaal heeft 'gietijzer' in de volksmond nog steeds de associatie van iets wat lomp, massief en loodzwaar is. Door de wijze van produceren kennen voorwerpen van gietijzer, bijvoorbeeld pannen en verwarmingsradiatoren, een nog grotere materiaaldikte dan bijv. smeedijzer, en zeker veel dikker dan pannen die uit een dunne plaat worden gestanst en in een vorm worden geperst. Waarbij bij die laatste overigens moet worden opgemerkt dat dan soms ook nog eens gebruik wordt gemaakt van materialen met een (veel) lager soortelijk gewicht, zoals aluminium.
 
De grotere materiaaldikte en daardoor massiviteit, kan zowel een bij-effect als een doelbewuste keuze zijn. Vroeger bestonden modernere metaalbewerkingen zoals stansen en persen nog niet, of deze waren veel minder gangbaar. Gieten was bovendien een technisch gezien vrij simpel proces waarvoor weinig specialistische apparatuur nodig was, en daardoor relatief makkelijk en goedkoop uit te voeren. Zeker voor grotere voorwerpen zoals (stoom)ketels waren andere fabricageprocessen dan gieten bovendien nog nauwelijks mogelijk. Met gieten is het niet mogelijk om flinterdunne metalen voorwerpen te maken, ook niet voor bijv. een pannendeksel waarvoor deze massiviteit niet/nauwelijks praktische meerwaarde heeft. Een nadeel van gieten is dan ook dat er altijd relatief veel materiaal (grondstoffen) voor nodig zijn, ook wanneer de materiaaldikte geen meerwaarde voor dat product heeft. Dit heeft er mede aan bijgedragen dat andere fabricageprocessen naast gieten zijn opgekomen. Voor sommige doeleinden, zoals een motorblok of een pomp, is de massiviteit van het materiaal echter juist een vereiste. Voor dergelijke producten is gieten dan juist weer effectiever/efficiënter dan bijv. plaatbewerking of frezen. Ook tegenwoordig wordt het gieten (soms spuitgieten) van ijzer/metaal dan ook nog regelmatig toegepast.
 
==Toepassingen==