Victory (scheepstype): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
 
==Ontwerp==
Een van de eerste daden van de ''[[War Shipping Administration]]'' na de vorming in februari [[1942]] was de opdracht tot het ontwerp van de klasse. In eerste instantie werd deze EC2-S-AP1 genoemd, waarbij EC2 stond voor ''Emergency Cargo'', type 2, S voor stoomvoortstuwing met één [[scheepsschroef|schroef]] (EC2-S-C1 was de aanduiding van het liberty-ontwerp). Dit werd veranderd naar VC2-S-AP1 en de naam ''Victory Ship'' werd officieel aangenomen op [[28 april]] [[1944]].
 
Zij waren een grote verbetering ten opzichte van het voorgaande liberty-ontwerp, dat in veel grotere aantallen werd gebouwd. Zij hadden een hogere snelheid, circa 15 tot 17 [[Knoop (snelheid)|knopen]] tegen 11 knopen voor de liberty, en een groter bereik. De hogere snelheid was vooral belangrijk omdat deze hen minder kwetsbaar maakte voor U-boten. Onder water konden de U-boten hen zeker niet volgen en boven water waren de Duitse [[onderzeeboot|onderzeeboten]] te kwetsbaar tegen bommenwerpers en torpedobootjagers, zeker in die periode. De hogere snelheid werd bereikt door gebruik te maken van betere motoren. In plaats van de drievoudige expansie-[[zuigermotor|stoomzuigermotor]] werd gebruikgemaakt van de Lenz-[[zuigermotor]], [[stoomturbine]]s of [[dieselmotor]]en met een vermogen tussen de 6000 en 8500 [[Paardenkracht|pk]] (4,5 tot 6 MW). Zij hadden ook geen hulpwerktuigen die werden aangedreven door stoom, maar door elektriciteit. In tegenstelling tot hun voorgangers werden zij met olie gestookt, hoewel een aantal Canadese schepen ook uitgerust was om op kolen te varen.
Regel 12:
 
==Oplevering==
Het eerste schip was het [[SS United Victory|SS ''United Victory'']], dat van stapel liep bij de ''Oregon Shipbuilding Corporation'' op [[12 januari]] [[1944]] en voltooid werd op [[28 februari]] [[1944]]. Een maand later vond de proefvaart plaats. Amerikaanse schepen hadden vaak een naam waarin ''Victory'' voorkwam. De [[Groot-Brittannië|Britten]] en [[Canada|Canadezen]] gebruikten respectievelijk ''Fort'' en ''Park''. Na de ''United Victory'' werden de volgende 34 schepen naar geallieerde landen vernoemd, de 218 daarna naar Amerikaanse steden, de volgende 150 naar onderwijsinstellingen en de rest kreeg willekeurige namen.
 
Hoewel de oplevering aanvankelijk langzaam verliep - slechts 15 schepen waren opgeleverd tot mei 1944 - waren er aan het einde van de oorlog 531 klaar. De commissie schrapte de order voor nog 132 schepen, hoewel er nog 3 werden afgeleverd in [[1946]] voor de Alcoa Steamship Company. Hiermee kwam het totaal aantal schepen dat in de Verenigde Staten werd gebouwd op 534, te weten 272 vrachtschepen van 6000 pk (4,5 MW) van het type VC2-S-AP2, 141 schepen van 8500 pk (6,3 MW) van het type VC2-S-AP3, en één VC2-M-AP4 Diesel.