Coeliakie: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting Label: Misbruikfilter: Experimenteren |
k Wijzigingen door 2A02:A03F:2C54:4A00:649F:A55C:387C:7672 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Malinka1 |
||
Regel 30:
== Pathogenese ==
Intussen zijn enkele schadelijke componenten van het kleefeiwit geïdentificeerd. Ze behoren tot de in [[ethanol|alcohol]] oplosbare fractie van
In een verdergevorderde fase van de ontsteking worden verscheidene [[antilichaam|antilichamen]] gevormd. Van deze antilichamen weet men tot op heden niet of ze een oorzakelijke factor zijn bij het ontstaan van coeliakie of dat ze gevormd worden door geassocieerde auto-immuunreactie. Naast antilichamen tegen het kleefeiwit zelf (Gliadine-Antilichaam) komen ook antilichamen tegen lichaamseigen antigenen voor (zogeheten auto-antilichamen), zoals tegen het tissue-[[transglutaminase]]. Op basis van deze waarneming wordt coeliakie vanuit pathofysiologische grond eveneens beschouwd als autoimmuunziekte. Gliadine vormt de uitlokkende component van de aandoening. Voor het tot stand komen van de symptomen is hoofdzakelijk de auto-immunologische reactie tegen lichaamseigen eiwitten verantwoordelijk. Als eindfase van de ontstekingscascade treedt geprogrammeerde celdood (=[[apoptose]]) van de enterocyten in. Deze celdood leidt tot een meer of minder uitgesproken verlies van [[darmvlokken]] ([[vlokatrofie]]). Hierdoor worden voedingsstoffen niet meer goed opgenomen (wat onder andere tot energieverlies en vermagering leidt, en bij kinderen tot een slechte groei) en vaak ontstaat een vettige, volumineuze [[diarree]].
|