Nederrijnse Bocht: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 13:
==Geologie==
 
In de geologische tijdperken van het [[Tertiair]] en het [[Kwartair]] hoopte een vijftienhonderd meter dikke laag sedimenten op, deels op de vlakke zeebodem en deels op land van het huidige gebied. Het voorkomen van mariene zanden aan de rand van de Nordeifel duidt aan dat de laagvlakte onderdeel was van de Noordzee, hetzij in verbinding ermee stond. In een groot deel van de Nederrijnse Bocht is vanaf de TertairTertiair [[bruinkool]] afgezet, wat vandaag de dag wordt afgegraven in de dagbouwmijnen van Hambach, Inden en Garzweiler. Het grootschalig voorkomen van bruinkool in het gebied duidt aan op overblijfselen van een oud kustmoeras, dat ontstond door een verwarming van het klimaat dat zorgde voor meer neerslag die de grondwaterpeil deed stijgen. Er ontstond zo een groot moeras, waarbij een tweehonderdzeventig meter dikke turflaag bij de plaats [[Bergheim]] ten westen van Keulen is ontstaan in tien miljoen jaar. In het TertairTertiair verzakte tevens delen van de bocht, dat tot breuken leidde, waaronder de bekende [[Peelrandbreuk]]. Tot in het [[Holoceen]] (van ong. 10.500 jaar geleden tot heden) zet de verzakking in de slenken langs de breuken voort.
 
Tijdens het [[Saalien]] (238-126ka) in de [[Pleistoceen]] werd ten noorden en het noordoosten van de Nederrijnse Bocht bedekt met ijskappen (tot de lijn ''Nijmegen-Goch-Krefeld en Düsseldorf''). Op de hoger gelegen delen, verder weg van de Rijn, zorgde een eolisch proces tijdens een glaciaal voor het afzetten van [[löss]]. Een één tot twee meter dikke laag van het sediment bedekt een groot deel van de laagvlakte.