Enkel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 11:
 
== Bovenste spronggewricht ==
Het ''bovenste spronggewricht'' <ref name="Friedbichler2009">Friedbichler, M., Friedbichler, I. & Eerenbeemt, A.M.M. van den (2009). ''Pinkhof Medisch Engels.'' Houten: Bohn Stafleu van Loghum.</ref> of ''articulus talocruralis'' zorgt voor de op- en neerbeweging van de voetenkel. Hiermee kan de voet 20° omhoog worden getrokken ([[dorsaalflexie]]) en 50° naar beneden worden gestrekt ([[plantairflexie]]). Het bovenste spronggewricht is een scharniergewricht en verbindt het scheenbeen (''tibia'') en kuitbeen (''fibula'') met het [[sprongbeen]] (''talus''). De onderste uiteinden van het scheenbeen en het kuitbeen vormen samen de enkelvork die het sprongbeen als het ware omvat.
 
De [[Musculus gastrocnemius|kuitspier]] zorgt met de [[achillespees]] voor het strekken van de voet door het [[hielbeen]] (of ''calcaneus'') omhoog te trekken. De ''[[musculus tibialis anterior]]'' zorgt voor het omhoogtrekken van de voet.