Daniel Houghton: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 33:
Houghton vertrok in oktober 1790 vanuit [[Plymouth (Verenigd Koninkrijk)|Plymouth]] en zeilde naar de monding van de Gambia in West-Afrika. Hij komt aan in Barra Kunda, gelegen in het huidige [[Gambia (land)|Gambia]] en ging vandaar stroomopwaarts naar de Britse handelspost bij [[Pisania]], gelegen aan de Gambiarivier. Daar kwam hij in contact met [[John Ladley]], een Britse arts die daar gevestigd is. Later heeft hij de berichten van Houghton vanuit het binnenland van West-Afrika naar Engeland gestuurd. Om zijn betrekkingen met de inboorlingen te vergemakkelijken, reisde hij met een hoeveelheid handelsgoederen. Ook was hij vertrouwd met de moedertaal van de regio, het Mandingo. Vanaf deze plaats bereikte hij via het stadje [[Jonkakonda]] in het begin van 1791 de grens van het Wulikoninkrijk. Hoewel hij hartelijk door de koning werd ontvangen, werd hij daar niet gelukkig. Op een dag in maart 1791 brak er brand uit in de stad Medina (hoofdstad van het Wulikoninkrijk), waar hij verbleef. Een groot deel van Houghtons bezittingen werd vernietigd, waaronder zijn wapens en kostbare navigatieapparatuur. Meer tegenslagen volgden, verergerd door het uitbreken van een oorlog tussen rivaliserende koninkrijken op de weg naar Timboektoe. Hij trok in de richting van de rivier de [[Sénégal]] in het koninkrijk [[Bondu]], waar hij door lokale machthebbers werd beroofd van zijn bezittingen.
 
Desondanks ploeterde Houghton voort en in mei 1791 verliet hij de rivier de Gambia en de watervallen bij Barra Kunda en reisde verder over land in de richting van Timboektoe. De African Association merkte later op dat hij nu voorbij de vroegere grenzen van de Europese ontdekking was. Hij bereikte de rivier [[FalemeFalémé (rivier)|FalemeFalémé]], de zuidelijke zijrivier van de rivier de Senegal. De lokale heerser bleek echter vijandig tegenover de nieuwkomer en Houghton werd opnieuw beroofd. Uiteindelijk slaagde hij midden in het regenseizoen erin de stad [[Ferbanna]] te bereiken, gelegen in het koninkrijk [[Bambuk]]. Hij werd toen benaderd door een handelaar, Madegammo genaamd. Deze bood hem aan naar Timboektoe te brengen tegen een vergoeding. In juli 1791 begon de reis. In september 1791 verstuurde Houghton zijn laatste bericht naar de handelspost Pisania vanuit [[Simbing (plaats)|Simbing]], een dorp dat diep gelegen is in het binnenland. Hierin heeft hij vermeldt dat de Niger in oostelijke richting stroomde, wat hij gehoord heeft van de inheemse bevolking.<ref>{{en}} Encyclopaedia Britannica, [https://books.google.nl/books?id=jfmcAAAAQBAJ&pg=PA67&lpg=PA67&dq=Daniel+Houghton+explorer&source=bl&ots=EJLrpYxuWI&sig=SF2_H5IrYmnzJ5lG86LmTq-w0oU&hl=nl&sa=X&ved=0CEcQ6AEwBmoVChMI9Jy_0J7TyAIVS9IaCh3Qigy5#v=onepage&q=Daniel%20Houghton%20explorer&f=false The Niger and Western Africa] World Exploration From Ancient Times</ref> Later is er nooit meer iets van hem vernomen.
 
==Dood==