Grote spinnende watertor: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 26:
De soort heeft verschillende andere Nederlandstalige namen, zoals '''zwarte waterkever''', '''grote spinnende waterkever''', '''pikzwarte waterkever''', '''pekzwarte waterkever''' en '''pekzwarte watertor'''. De wetenschappelijke naam betekent vrij vertaald pekzwarte (''piceus'') water-liefhebber (''Hydro-philus''). De naam ''spinnende watertor'' slaat op de gewoonte van de vrouwtjes om van spinsel een nest te maken waarin de eieren worden gelegd.<br>In andere talen wordt verwezen naar de vorm van de antennes, zoals het [[Duits]]e ''Kolbenwasserkäfer'' dat 'kolfwaterkever' betekent. In de [[Engels]]e taal wordt de naam ''great silver water beetle'' gebruikt, dat 'grote zilveren waterkever' betekent. Deze naam slaat op de zilverachtige luchtbel aan de onderzijde van een kever die in het water verblijft.
 
De wetenschappelijke naam van de grote spinnende watertor werd in 1758 door [[CarlCarolus Linnaeus]] voor het eerst gepubliceerd als ''Dytiscus piceus''.<ref name = "FaunEur">[http://www.faunaeur.org/full_results.php?id=188785 Fauna europaea]</ref><ref>{{aut|Linnaeus, C.}} (1758). [http://biodiversitylibrary.org/page/727322 Systema naturae ed. 10: 411.]</ref> Voor het geslacht ''[[Spinnende watertorren|Hydrophilus]]'' is lange tijd de naam ''Hydrous'' in zwang geweest, waardoor de soort in de literatuur ook veel onder de naam ''Hydrous piceus'' voorkomt.
 
==Verspreiding en habitat==
Regel 107:
 
=== Ademhaling ===
De grote spinnende watertor leeft vrijwel uitsluitend onder water maar moet zoals alle kevers atmosferische lucht ademen en kan geen zuurstof aan het water onttrekken. De meeste waterkevers dragen hiertoe onder water een luchtbel mee, die wordt vastgehouden door de fijne beharing op de buikzijde. Grotere waterkevers, zoals de [[geelgerande watertor]], dragen ook lucht onder de dekschilden; ze steken net als de kleinere soorten het achterlijf boven water waarna de lucht wordt ververst.<ref name="FUHR">{{citeer boek | Achternaam = Karl Wilhelm Harde & František Severa | Titel = '''Kosmos Käferführer - Die Käfer Mitteleureuopas''' | Bladzijdes = Pagina 134| Datum = 1981 - 2006 | Uitgever = Kosmos Naturführer | ISBN = 978 3440 10617 4}}</ref> De grote spinnende watertor echter heeft een meer verfijnde techniek en gebruikt de antennes letterlijk als [[snorkelen|snorkel]].<ref name="GRZ" /> De antenne heeft een vorm die doet denken aan een in de lengte doorgesneden pijp, en is aan de binnenzijde bedekt met een fijne en waterafstotende beharing (setae). Het uiteinde van de antenne bestaat uit vier segmenten, waarvan het bovenste net boven water wordt gestoken. De overige drie segmenten worden tegen de voorste buikplaat of [[prosternum]] geknikt, zodat ze langs een kanaaltje achter de kop komen te liggen.<ref name="GRZ" /> Dit kanaaltje is net als de binnenzijde van de antennes bekleed met setae, zodat een waterdicht en waterafstotend tunneltje ontstaat. Door het uiteinde van de knotsvormige antenne boven water te steken komt de buitenlucht via het behaarde tunneltje in contact met de opgeslagen lucht onder de dekschilden en de buik, zodat deze kan worden ververst.
 
=== Voortplanting en ontwikkeling ===
Regel 119:
}}
]]
De voortplantingstijd vangt aan in de lente waarbij de mannetjes en de vrouwtjes elkaar opzoeken om te paren. De grote spinnende watertor is eierleggend, het vrouwtje zet de eitjes af in een waterdichte eicoconeiercocon, die wordt gemaakt van [[spinrag|spinsel]]. <br>Bij andere ongewervelden komt het gebruik van spinsel ook wel voor, zoals rupsen en spinnen, maar bij kevers is dit vrij uitzonderlijk. De cocon wordt aan de onderzijde van in het water drijvende bladeren bevestigd of tussen de waterplanten verankerd met spinseldraden. Het geheel lijkt enigszins op een klein bootje.<br>De eicoconcocon bestaat uit een tot twee centimeter lange, en ovale structuur die opvalt door een opstaande 'steel'. Deze dient als luchtinlaat zodat de eieren van voldoende zuurstof worden voorzien. De eitjes worden in rijen onderin de cocon afgezet, een cocon bevat tot 50 eieren.<ref name="GRZ" />
De voortplantingstijd vangt aan in de lente waarbij de mannetjes en de vrouwtjes elkaar opzoeken om te paren.
 
Andere waterkevers zetten de eieren af aanop waterplanten of brengen de eieren in een waterplant, de eieren kunnen bij dergelijke soorten ook onder water overleven. De eitjes van de spinnende watertor kunnen dit niet en als de steel langdurig onder water wordt gehouden verdrinken zede embryo's onherroepelijk. Om te voorkomen dat de steel van de cocon onder water raakt, wordt de cocon voorzien van een onsamenhangend spinsel aan de bovenzijde, zodat het zwaartepunt verlaagd wordt en de cocon beter op zijn plaats blijft. <br>Ondanks de complexiteit van de cocon is een vrouwtje in staat het geheel binnen drie uur op te bouwen.<ref name="GRZ" />
De grote spinnende watertor is eierleggend, het vrouwtje zet de eitjes af in een waterdichte eicocon, die wordt gemaakt van [[spinrag|spinsel]]. Bij andere ongewervelden komt het gebruik van spinsel ook wel voor, zoals rupsen en spinnen, maar bij kevers is dit vrij uitzonderlijk. De cocon wordt aan de onderzijde van in het water drijvende bladeren bevestigd of tussen de waterplanten verankerd met spinseldraden. De eicocon bestaat uit een tot twee centimeter lange, ovale structuur die opvalt door een opstaande 'steel'. Deze dient als luchtinlaat zodat de eieren van voldoende zuurstof worden voorzien. De eitjes worden in rijen onderin de cocon afgezet, een cocon bevat tot 50 eieren.<ref name="GRZ" />
 
Andere waterkevers zetten de eieren af aan waterplanten, de eieren kunnen onder water overleven. De eitjes van de spinnende watertor kunnen dit niet en als de steel langdurig onder water wordt gehouden verdrinken ze onherroepelijk. Om te voorkomen dat de steel van de cocon onder water raakt, wordt de cocon voorzien van een onsamenhangend spinsel aan de bovenzijde, zodat het zwaartepunt verlaagd wordt en de cocon beter op zijn plaats blijft. Ondanks de complexiteit van de cocon is een vrouwtje in staat het geheel binnen drie uur op te bouwen.<ref name="GRZ" />
 
==== Larve ====
Regel 176 ⟶ 174:
* {{nl}} - Bernhard Grzimek - Het leven der dieren Deel II: Insecten - Uitgeverij Het Spectrum, Antwerpen - 1970 - ISBN 90 274 8621 2
* {{en}} - Slimane Bouzid & ܆mit Incekara - Distributional Notes on Northeastern Algerian Hydrophilidae (Coleoptera), with Three New Records - [http://journals.tubitak.gov.tr/zoology/issues/zoo-06-30-3/zoo-30-3-11-0510-2.pdf Website]
* {{de}} - Karl Wilhelm Harde & František Severa - '''Kosmos Käferführer - Die Käfer Mitteleureuopas''' - Pagina 134 - Datum: 1981-2006 - Uitgeverij Kosmos - ISBN 978 3440 10617 4
* {{nl}} - H. Bellmann & W.R.B. Heitmans - Insecten van Europa - Grote spinnende watertor (''Hydrophilus piceus'') - [http://wbd.etibioinformatics.nl/bis/insecten.php?selected=beschrijving&menuentry=soorten&id=489 Website]