Verkeersscheidingsstelsel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
KehppKukkieBot (overleg | bijdragen)
k spelfout weg, replaced: gebruik maken → gebruikmaken met AWB
Regel 2:
Een '''verkeersscheidingsstelsel''' (VSS) of '''verkeersscheidingsgebied''' (Engels: ''Traffic Separation Scheme'' (TSS)) is een door de [[Internationale Maritieme Organisatie|IMO]] ingesteld routeringssysteem. De vaarstroken van deze routeringssystemen worden verkeersbanen of clearways genoemd. Meestal worden verkeersscheidingsstelsels gebruikt om bij knelpunten en [[Kaap|kapen]] het verkeer te kanaliseren in verkeersbanen en zo een zo homogeen mogelijke verkeersstroom te realiseren om het gevaar van aanvaringen te verminderen. De vaarregels in een verkeersscheidingsstelsel zijn vastgelegd in voorschrift 10 van de [[Internationale bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee|BvA]]. Daarnaast bestaan er ook ''aanbevolen routes'' die niet door de IMO bekrachtigd zijn.
 
Verkeersscheidingsstelsels bevinden zich onder andere in het midden van [[Het Kanaal]] of in de [[Duitse Bocht]] op meerdere zeemijlen afstand van de kustlijn. Tussen de kustlijn en het verkeersscheidingsstelsel bevindt zich de [[kustverkeerszone]]. Verkeersscheidingsstelsels zijn vergelijkbaar met [[snelweg]]en en bestaan uit voor iedere verkeersstroom toegewezen zones met een scheidingszone of -lijn in het midden die voor zover mogelijk vermeden moet worden. De buitengrenzen worden net als de scheidingszone meestal gemarkeerd met [[baken]]s die op enkele zeemijlen van elkaar gelegen zijn. De exacte geografische locatie van het verkeersscheidingsstelsel worden op officiële [[zeekaart]]en met de toegewezen vaarrichtingen vermeld. Motorschepen langer dan 20 meter moeten het verkeersscheidingsstelsel benutten. Kleinere vaartuigen en zeilschepen kunnen daarentegen ook van de kustverkeerszone gebruik makengebruikmaken. Aangezien ze normaliter langzamer varen dan grotere schepen, is dit ook aanbevolen.
 
Het kruisen van een verkeersscheidingsstelsel moet zo veel mogelijk worden vermeden. Als het onvermijdbaar is, dient het verkeersscheidingsstelsel zo loodrecht mogelijk op de verkeersstroom doorkruist te worden. Zeer lange verkeersscheidingsstelsels zijn meestal op een afstand van ongeveer 30 zeemijlen voor een kort stukje onderbroken met circulatiegebieden, om schepen de mogelijkheid te geven het stelsel te doorkruisen. Deze gebieden worden op zeekaarten als gestippelde pijlen weergegeven (zie afbeelding hieronder).