Staatsmijn Emma: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
k →Geschiedenis: spelfout weg, replaced: gebruik gemaakt → gebruikgemaakt met AWB |
||
Regel 19:
De mijn bezat aanvankelijk twee [[Schacht (mijnbouw)|schachten]] die uitgerust waren met traditionele stalen [[schachtbok]]ken; open staalconstructies voorzien van grote wielen om de schachtkabels naar de kooien en de nabijgelegen [[ophaalmachine]]s te leiden. De elektrisch aangedreven ophaalmachines waren voorzien van een ''[[Koepesysteem]]''.
In 1939 vond een eerste belangrijke uitbreiding plaats met de aanleg van schacht III. De schacht, voornamelijk bestemd voor kolentransport, werd ingericht als uittrekkende schacht. De betonnen schachttoren boven de schacht was voorzien van een geïntegreerde ophaalmachine. Schacht III was een dubbele schacht, dat wil zeggen dat men in iedere schachthelft een complete ophaalinrichting kon aanbrengen. Aanvankelijk werd voor het schachtvervoer alleen
In 1962 werd ook schachthelft III A (Hoensbroekzijde) in gebruik genomen en eveneens ingericht voor skipvervoer. Deze installatie bestond niet uit twee skips zoals in III B, maar slechts uit één grote brede skip, echter met contragewicht. Hiermee was het mogelijk per trek 25 ton kolen vanaf alle verdiepingen te vervoeren. Samen met de bestaande skipinstallatie in schachthelft III B (10 ton per trek) werd de totale vervoerscapaciteit van de schacht vergroot tot 1200 ton per uur.
|