Fluorescentielamp: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 172:
==Elektronisch voorschakelapparaat==
[[Bestand:Fluorescent Lamp Inverter.png|thumb|Schema van een elektronisch voorschakelapparaat]]
Een [[Voorschakelapparaat#Elektronisch voorschakelapparaat voor fluorescentielampen|elektronisch voorschakelapparaat]] voedt een fluorescentielamp met een relatief hoge [[frequentie]], in het algemeen tussen 20 en 100 [[kHz]]. Ze worden vaak gebruikt in spaarlampen. De lamp ontsteekt dan zonder flikkeren. Elektronische voorschakelapparaten hebben minder verliezen dan conventionele voorschakelapparaten, waardoor het [[rendement (energie)|rendement]] toeneemt (minder [[vermogen (natuurkunde)|vermogens]] opname bij dezelfde licht opbrengst). Ook de levensduur van de lamp is groter.
Een ander voordeel is dat er geen noemenswaardige lichtvariaties, meestal aangeduid als lichtflikker optreden. Daardoor worden [[Stroboscoop|stroboscopische]] effecten voorkomen die in sommige situaties optreden bij tl-buizen die gevoed worden door een conventioneel voorschakelapparaat. De voorschakelapparaten zijn licht en hebben een lange, slanke vorm, waardoor zeer compacte armaturen gebouwd kunnen worden. Het nadeel is wel dat deze voorschakelapparaten veel gevoeliger zijn voor spanningspieken (bijvoorbeeld bij bliksem) en een kortere levensduur hebben. Ook is de aanschafprijs hoger, en dus ook de onderhoudskosten. En ze geven een slechtere sinus voor de standaard 50Hz van de wisselspanning.
| |||