Kapel van Onze-Lieve-Vrouw van zeven Smarten (Caberg): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
EvilFreD (overleg | bijdragen)
Kleine verbeteringen. Neutralere tekst inzake "oudste landbouwgebied van Nederland".
EvilFreD (overleg | bijdragen)
Consequent hoofdlettergebruik
Regel 44:
De kapel diende in die tijd als "ruststatie" tijdens de jaarlijkse [[sacramentsprocessie]] van de parochie van Lanaken, waar Caberg tot 1839 toe behoorde. Vanaf 1839 behoorde het toe aan de parochie [[Wolder]] (destijds een gehucht van de toenmalige gemeente [[Oud-Vroenhoven]], sinds 1920 een wijk in Maastricht) en vanaf 1878 tot de parochie Caberg, die in dat jaar werd opgericht. Het schuttersgilde nam deel aan de processies en droeg daar waarschijnlijk ook de zorg voor. Vanuit Caberg werden er tot in de jaren zestig [[noveen]]tochten gehouden naar de kapel.<sup>Zie verder: [[Kapel_van_Onze-Lieve-Vrouw_van_zeven_Smarten#Verering|verering]]</sup>
 
In 1921 bleek herstel van de oude kapel niet meer mogelijk nadat deze in de oorlog als observatiepost gebruikt was door soldaten, grenswachters en politie. Kogelgaten in deur en het mariabeeldjeMariabeeldje getuigden daarvan. De plechtige inzegening vond plaats op 8 september 1921.
 
==Beschrijving==
Regel 63:
 
====Piëta====
De 58 centimeter hoge piëta werd vervaardigd door Cabergenaar Frans Tillie en op 14 augustus 1988 plechtig ingezegend. Het is gemaakt uit twee houten balken, afkomstig uit het voormalige klooster "De twaalf apostelen" aan de Bogaardenstraat in Maastricht. Het beeld toont [[Maria (moeder van Jezus)|Maria]] die met haar rechterarm haar overleden zoon vasthoudt.
 
Het vorige beeld was een boetseerwerk door parochiaan René Groenen. Het werd gebakken in het toenmalige Maastrichtse atelier Astra. De plechtige inzegening van dit beeld vond plaats op 26 september 1953. Nog daarvoor werden er in 1921 en 1932 kleine piëta's geplaatst van de Maastrichtse beeldhouwer [[Gerard Hack]]. Waarschijnlijk stond er voor 1921 ook een beeld in de kapel, echter is daaromtrent niets bekend. Mogelijk wordt geacht dat het Mariabeeld (ook een piëta) in de parochiekerk van Oud-Caberg, daterende van 1520, oorspronkelijk in de kapel stond en uit veiligheidsoverwegingen van de kapel naar de kerk werd overgebracht.
Regel 89:
Hoewel deze tekst suggereert dat het om een mannelijke figuur gaat die jaarlijks vanuit Wolder aanbeden wordt, mag er van worden uitgegaan dat dit een foutieve interpretatie betreft van de soms gebrekkige opgaven door de plaatselijke pastoors. Hoewel de opgaaf door de deken de enige vermelding is van bedevaarten voor de 20e eeuw, wordt algemeen aangenomen dat er nooit een verering plaatsvond van een andere heilige dan Maria.
 
Op individuele basis werd de kapel nog tot ver in de 20e eeuw bezocht door zowel inwoners van Caberg, als die van Lanaken en Smeermaas, nadien uitsluitend door inwoners uit Oud-Caberg. Tot in de jaren zestig vonden er geregeld noveentochten plaats vanuit Caberg, waarbij negen meisjes negen avonden lang om genezing van ernstig zieken kwamen vragen. Een bijzondere bedevaart vond plaats op 8 mei 1932, waarbij zo'n 2000 volgelingen van de Maastrichtse heren- en jongeherencongregaties, de canisiuscongregatie en de dames- en meisjescongregaties onder begeleiding van pastoor Kengen van Caberg in een lange processie naar de kapel trokken. Aanleiding was de plaatsing van een nieuwe piëta door toenmalig burgemeester van Maastricht [[Leopold van Oppen]]. De plechtige inzegening werd verricht door deken P. Wouters van Maastricht en prof.dr. F. Feron verzorgde de feestpredikatie. Het geheel stond in het teken van eerbetoon aan allen die "sedert onheuglijke jaren met hun leed bij deze Genade-kapel kwamen" en eerherstel na de vernieling van het vorige mariabeeldMariabeeld in 1931.
 
Eind 20e eeuw vond er nog driemaal per jaar ([[Maria-Lichtmis]], laatste vrijdag in mei, [[Maria-Tenhemelopneming]]) een bedevaart plaats vanuit de parochiekerk van Oud-Caberg naar de kapel.