Pruisisch blauw: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 105:
| h= 205|s=100|v=43
}}
Pruisisch blauw werd in de loop van de achttiende eeuw snel het dominante blauwe pigment in de schilderkunst. Het is sterk glacerend. De lichtechtheid is op zich goed maar in mengingen met witte verf gecombineerd met directe blootstelling aan zonnestraling en een hoge luchtvochtigheid wil de kleur nog wel eens sterk teruglopen. Het pigment verdraagt geen kalk en is dus ongeschikt voor [[fresco]]; evenmin kan het gebruikt worden voor [[acrylverf]]. Het nummer in de ''Colour Index'' is PB27. Al in de achttiende eeuw kreeg het een ruime industriële toepassing. Een beroemd voorbeeld daarvan is dat de uniformen van het Pruisische leger met Pruisisch blauw gekleurd werden.
 
Het pigment was een voorloper van het gebruik van blauw in [[blauwdruk]]ken, en werd gebruikt in een vroege vorm van fotografie, de [[cyanotypie]]. In Japan werd het pigment populairder dan [[indigo (kleurstof)|indigo]]. Opgelost in [[oxaalzuur]] kan Pruisisch blauw als inkt gebruikt worden. Het pigment wordt ook gebruikt in verf, op lint voor [[schrijfmachine]]s en in [[carbonpapier]]. Het pigment is niet giftig en kan daarom ook in [[cosmetica]] worden gebruikt. Vanaf ongeveer1970 werd Pruisisch blauw steeds meer vervangen door een ander pigment, [[Ftalocyanine|phtaloblauw]].