Broodboom (Moraceae): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 31:
De grote, verspreid staande [[blad]]eren zijn glanzend groen en bestaan uit vijf tot elf puntige lobben. Het blad is tot 90 x 50 cm groot en in omtrek eivormig. De kleine [[bloem (plant)|bloemen]] groeien per geslacht gescheiden in [[bloeiwijze]]n in de bladoksels.
 
De broodvrucht is een [[vruchtverband]], dat zich uit de totale vrouwelijke bloeiwijze ontwikkelt. De ronde of eivormige [[vrucht (plant)|vrucht]] heeft een diameter tot 30 cm en kan meer dan een kilogram wegen. De groene tot geelgroene, doffe schil is in onregelmatige, vier- tot zeszijdige velden verdeeld, die elk uit een bloem zijn ontstaan. Er bestaan [[fertiel]]e zaadvormende rassen (de [[zaad (plant)|zaden]] worden broodnoten genoemd) en [[infertiel]]e zaadloze rassen. De fertiele zaadvormende rassen dragen op ieder segment van de schil een, tot een centimeter lange, zachte, groene stekel. De bladeren van deze rassen zijn bijna tot aan de middennerf ingesneden. De vaker geteelde zaadloze types hebben vlakke, stekelloze segmenten en minder diep ingesneden bladeren. In jonge broodvruchten is het vruchtvlees vast, melig en sterk latexhoudend; rijpend wordt het schilferig-vezelig, sappig, zacht en uiteindelijk brijïgbrijig. De vruchten zijn erg belangrijk als [[basisvoedsel]] in de tropen.
 
Beide typen rassen van de broodvrucht worden in Nederland op de markt gebracht. In [[toko (winkel)|toko]]'s en op markten worden deze vruchten verkocht.