Hessen-Rotenburg: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
linkjes
Regel 1:
'''Hessen-Rotenburg''' was van 1627 tot 1834 een niet-regerende zijtak van het huis [[Hessen-Kassel]].
 
Midden in de [[Dertigjarige Oorlog]], terwijl zijn land er slecht voor stond, sloot landgraaf [[Maurits van Hessen-Kassel]] een voor het land zeer nadelig huisverdrag. Maurits deed dit onder invloed van zijn tweede vrouw Juliana van Nassau-Siegen. In het Huisverdrag van 12 februari 1627 wees Maurits een kwart van het land toe aan de zonen uit het tweede huwelijk, het zogenaamde Rotenburger Quart. Vervolgens deed hij op 17 maart 1627 afstand ten gunste van zijn zoon [[Willem V van Hessen-Kassel|Willem V]]. In het verdrag van 14 december 1627 met de keizer werd Willem V beleend met Hessen-Kassel en werd de landshoogheid van Hessen-Kassel over het Rotenburger Quart erkend. Omdat inmiddels ook gebieden aan [[Hessen-Darmstadt]] waren verloren, was de landgraaf gedwongen op 1 september 1628 een vergelijk met zijn halfbroers te sluiten om tot een aangepaste toedeling van het Rotenburger Quart te komen.
Deze toedeling omvatte de ambten, gerechten en steden [[Rotenburg an der Fulda|Rotenburg]], [[Wanfried]], [[Sontra]], [[Eschwege]], [[Heerlijkheid Bilstein|Bilstein]] en [[Germerode]], [[Witzenhausen]], [[Ludwigstein]], [[Treffurt]] (HessischeHessisch deel) en [[Heerlijkheid Plesse|Plesse]] met het ambt [[Graafschap Gleichen|Gleichen]].
 
In de laatste fase van de Dertigjarige Oorlog wist Hessen-Kassel weer gebied terug te veroveren, waardoor de samenstelling van het Rotenburger Quart weer moest veranderen.
Daarom werd er op 17 september 1646 een nieuw verdrag gesloten. Hierin werd het [[graafschap Katzenelnbogen|graafschap Neder-Katzenelnbogen]] aan [[Frederik van Hessen-Eschwege|Frederik]] en [[Ernst van Hessen-Rheinfels|Ernst van Hessen-Rotenburg]] overgedragen. Vervolgens werden bij verdrag van 2 augustus 1648 overgedragen: slot en ambt [[Burcht Rheinfels|Rheinfels]] met St.[[Sankt Goar]], St.[[Sankt Goarshausen]] met de [[burcht Katz]], [[Burcht Reichenberg|slot]] en ambt [[Reichenberg (Rijnland-Palts)|Reichenberg]] en slot en ambt [[Hohenstein (Untertaunus)|Hohenstein]] met [[Bad Schwalbach]]. Het garnizoensrecht op de Rheinfels en de burcht Katz bleven echter aan Hessen-Kassel, zodat deze strategisch belangrijke punten voor het landgraafschap behouden bleven.
 
De drie broers vestigden zich op verschillende plaatsen in het Rotenburger Quart.
Regel 25:
In de Napoleontische tijd werd Hessen-Kassel in 1807 als staat opgeheven. Het grootste deel ging deel uitmaken van het koninkrijk Westfalen, een klein deel ging deel uitmaken van het keizerrijk Frankrijk. Binnen het koninkrijk Westfalen werden de rechten van de landgraaf van Hessen-Rotenburg niet aangetast.
 
Omdat het [[Congres van Wenen]] in 1815 het graafschap Neder-Katzenelnbogen bij het [[hertogdom Nassau]] en Plesse en Gleichen bij het [[koninkrijk Hannover]] voegde, kon het Rotenburger Quart niet volledig gerestaureerd worden. Als compensatie kreeg de landgraaf van Hessen-Rotenburg het voormalige prinsbisdom [[Abdij van Corvey|Corvey]] in Westfalen en het [[Hertogdomhertogdom Ratibor]] in [[Pruisen|Pruisisch]] [[Silezië]]. Het hertogdom Ratibor en het vorstendom Corvey kregen dezelfde status als de gemediatiseerde staten.
 
In 1834 stierf het huis Hessen-Rotenburg uit en vielen de bezittingen terug aan Hessen-Kassel. Dit veroorzaakte een politieke strijd in het keurvorstendom Hessen-Kassel. De keurvorst beschouwde het als een persoonlijke erfenis, het parlement vond dat de inkomsten aan de staat vervielen. De titels van Ratibor en Corvey kwamen aan een tak van het huis [[Hohenlohe-Schillingsfürst]].