Thüringse staten: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 16:
==Geschiedenis==
===Ontwikkeling in de eerste helft van de 19e eeuw===
Hoewel veel kleine Duitse staten door de [[Reichsdeputationshauptschluss]] in 1803 werden opgeheven, bleef in Thüringen de sterke versnippering bestaan. Na het [[Congres van Wenen]] (1815) bestonden er in het Thüringse gebied de volgende staten: het
]] en [[Vorstendom Schwarzburg-Sondershausen|Schwarzburg-Sondershausen]].
Na herindeling van de Ernestijnse hertogdommen in verband met het uitsterven van de linie Saksen-Gotha-Altenburg (1826) en samengaan van Reuss-Schleiz, -Lobenstein en -Ebersdorf (1824 en 1848) resteerden acht staten, een situatie die tot 1918 zou blijven bestaan. Daarnaast bevonden zich in Thüringen verschillende exclaves van Pruisen en tot 1866 een exclave van [[Hessen-Kassel]], die na de annexatie van deze staat in de [[Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog]] eveens Pruisisch werd.
#
#Hertogdom [[Hertogdom Saksen-Altenburg (1826-1918)|Saksen-Altenburg]]
#Dubbelhertogdom [[Hertogdom Saksen-Coburg en Gotha|Saksen-Coburg en Gotha]] (tot 1918 [[Hertogdom Saksen-Coburg (1826-1918)|Saksen-Coburg]] en [[Hertogdom Saksen-Gotha (1826-1918)|Saksen-Gotha]] in [[personele unie]])
#
#Vorstendom [[Reuss jongere linie]] (in 1918 met de oudere linie verenigd tot de [[Volksstaat Reuss]])
#Vorstendom [[Reuss oudere linie]] (in 1918 met de jongere linie verenigd tot de [[Volksstaat Reuss]])
|