Morfologie huidafwijkingen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 10:
*K - kleur
*E - efflorescentie
 
 
== Efflorescenties ==
Het gaat meestal om plekken (efflorescenties, erupties of laesies):
* macula: omschreven kleurverandering in het niveau van de huid zonder andere epidermale of dermale afwijkingen;
*[[Macula]] - vlek, anders gekleurd deel van de huid, niet verheven.
* dyschromia: niet nader omschreven kleurverandering van de huid die niet berust op vaatverwijding (niet wegdrukbaar);
*[[Papel]] of ''papula'' - t.o.v. ondergrond verheven huidgedeelte
* erythema: niet nader omschreven, rode kleurverandering van de huid, die berust op vaatverwijding (‘wegdrukbare roodheid’);
*[[Nodulus]] - zwelling in of onder de huid, niet puur oppervlakkig, kleiner dan 1 cm.
* purpura: zichtbare bloeding van huid of slijmvliezen (‘niet wegdrukbare roodheid’), men ziet rode tot paarsblauwe onscherp begrensde verkleuringen die in de loop van de tijd, afhankelijk van het ontleden van de hemoglobine, geelbruin van kleur worden;
*[[Nodus]] - als nodulus maar groter dan 1 cm.
* teleangiectasie: blijvende verwijding van de kleinere bloed- of lymfevaten (‘wegdrukbare roodheid’), zichtbaar als streepvormige of puntvormige felle roodheid;
*[[Vesikel (huid)|Vesikel]] of blaasje - met helder vocht gevulde holte, kleiner dan 1 cm.
* papula: circumscripte, solide verhevenheid van de huid < 1 cm, die ont- staan is door cel-, weefsel- of vochttoename en die geneest zonder littekenvorming;
*[[Blaar (medisch)|Blaar]] of ''bulla'' - blaasje groter dan 1 cm.
* urtica: vlakke, circumscripte, vluchtige verhevenheid van de huid als ge- volg van oedeemvorming in de dermis, ontstaan door vasodilatatie en verhoogde vasopermeabiliteit;
*[[Pustel]] - puistje, blaasje gevuld met ontstekingscellen.
* nodulus: circumscripte palpabele weerstand in de cutis of subcutis gelegen, al dan niet boven de huid verheven, < 1 cm, over het algemeen genezend met littekenvorming (dit is niet altijd zichtbaar);
*[[Plaque_(efflorescentie)|Plaque]] - grotere, verheven plek
* nodus: als nodulus, > 1 cm;
*[[Erosie]] - ontbreken van een deel van de [[epidermis]]
* tumor (tuber): solide uitstekende verhevenheid van de huid, > 1 cm, die onder andere ontstaat door celvermeerdering;
*[[Excoriatie]] - beschadiging van epidermis en bovenste deel van de [[dermis]], zoals bij een schaafwond.
* plaque: solide vlakke verhevenheid van de huid, > 1 cm;
*[[Ulcus]] - zweer, wond met geringe genezingstendens.
* vesicula: zichtbare holte gevuld met helder vocht, zonder eigen wand, < 1 cm, gelokaliseerd in de epidermis;
*[[Sclerose]] - littekenachtige verharding van de huid
* bulla: als vesicula, > 1 cm, subcorneaal, intra- of subepidermaal gelegen;
*[[Atrofie]] - inzinking, dunnere plaats van de huid
* pustula: zichtbare holte gevuld met purulent vocht, zonder eigen wand, <1 cm, meestal in de epidermis gelegen;
*[[Dyschromie]] - verkleuring
* squama: loslatend conglomeraat van hoorncellen (schilfer);
*[[Urtica]] of ''kwaddel'' - galbult, vlakke papel met erytheem.
* crusta: korst die samengesteld is uit ingedroogd exsudaat, bloed, cellen, necrotisch materiaal of vuil;
* teleangiectasie: felle roodheid(wegdrukbaar), door vaatverwijding die blijvend is.
* comedo: een afgesloten talgklieruitvoergang met ophoping van talgkliermateriaal;
* lichenificatie: vergroving van het huidrelief;
* eczema: polymorfe eruptie, bestaande uit het na of naast elkaar voorkomen van erytheem, squamae, papulae, vesiculae, natten, crustae en lichenificatie;
* erosie: een defect van de huid beperkt tot de epidermis (bij erosie worden geen bloedingen gezien);
 
== Beschrijvingen van kleur ==