Ben-Hur (1959): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Dinosaur918 (overleg | bijdragen)
k slaaf > slavin; wat grammaticafoutjes
Regel 45:
Uiteindelijk besluit Ben-Hur terug te gaan naar Judea. Onderweg ontmoet hij de Arabische sjeik Ilderim en [[Wijzen uit het oosten|Balthasar]]. Ilderim bezit vier witte [[Arabier (paard)|Arabische paarden]] en wil ze laten trainen voor de [[wagenrennen]]. Daar Ben-Hur een wagenrenkampioen is, wil Ilderim dat hij voor hem meedoet aan de aankomende wedstrijd voor de nieuwe gouverneur, [[Pontius Pilatus]]. Ben-Hur accepteert het aanbod wanneer hij hoort dat Messala ook meedoet aan de wedren.
 
Terug in Judea ontdekt Ben-Hur dat Esther, een slaafslavin van zijn familie dieaan wie hij ooit de vrijheid gaf als huwelijksgeschenk gaf, nog steeds ongetrouwd is. Ze blijkt ook nog steeds van hem te houden. Ben-Hur bezoekt Messala, en eist de vrijlating van zijn moeder en zus. Messala geeft hier gehoor aan, maar wanneer hij iemand stuurt om de twee uit de kerker te halen, blijken ze beideallebei [[lepra]] te hebben. DerhalveDaarom worden ze uit de stad verbannen. Esther ontdekt dit, maar durft het niet aan Ben-Hur te vertellen. Ze vertelt hem daarom dat de twee in de gevangenis zijn gestorven.
 
De dag van de wagenrennen nadert, en Ilderim waarschuwt Ben-Hur dat Messala een speciale wagen heeft met messen aan de assen. In de wedstrijd zelf gaat het er hard en ongenadig aan toe. Messala schakelt diverse tegenstanders uit door hun wagens te beschadigen, maar hij komt uiteindelijk zelf ten val en wordt overreden door de andere deelnemers, waardoor hij zwaargewond raakt. Ben-Hur wint en bezoekt Messala later in een verpleegruimte, waar diens beide benen geamputeerd moeten worden om zijn leven te kunnen redden. Messala vertelt Ben-Hur nog dat zijn moeder en zus niet dood zijn, dat hij ze kan vinden in de vallei der leprapatiëntenmelaatsen (lepralijders, leprozen). Hij zegt: "De wedloop is nog niet voorbij."
 
Ben-Hur vindt de twee uiteindelijk en is geschokt over hun toestand. Esther vertelt hem van een profeet uit Nazareth en de [[bergrede]]. Ze vertelt Ben-Hur wat ze gezien heeft, maar die moet er niets van weten. Wanneer hij hoort dat Tirzah stervende is, gaat hij overstag. Samen met Esther brengt hij Tirzah en Miriam naar de stad. De man uit Nazareth wordt op dat moment weggevoerd om gekruisigd te worden. Ben-Hur herkent hem,: het is de jongeman uit Nazareth. Nu is het zijn beurt Jezus te helpen door hem water te geven op de [[Via Dolorosa]].
 
Uiteindelijk is Ben-Hur getuige van de [[kruisiging]]. Meteen na Jezus’ dood worden Miriam en Tirzah als door een wonder weer genezen. Ben-Hur, aangemoedigd door Jezus’ laatste woorden, keert huiswaarts om met Esther een nieuw leven op te bouwen.