Antieke filosofie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Scepticisme: "Zijn verdiensten op het gebied van de filosofie liggen voornamelijk op het terrein der popularisering." - Wie? Empericus of Cicero?? Onduidelijke zin.
k Link gelijk aan linktekst
Regel 16:
 
===[[School van Milete|De Ionische natuurfilosofen]]===
Op gezag van Aristoteles<ref>Metafysica, A, III, 983 b. Hierbij dient opgemerkt, dat Aristoteles dit zegt, omdat voor hem 'natuurkunde' deel is van de filosofie. Als men ''ons'' begrip van filosofie hanteert, zou men Thales eerder de eerste ''wetenschapper'' kunnen noemen, en Parmenides pas de eerste ''filosoof''. Deze stelde namelijk de vraag naar de ''mogelijkheid'' van de validiteit van de verklaringen van de Ionische natuurfilosofen. (Hoe is het mogelijk dat iets dat ooit oerstof was, later iets anders is?)</ref> laten wij doorgaans de Griekse filosofie beginnen met [[Thales van Milete]] (±585 v.Chr.), voor wie water het [[oerprincipe]] zou zijn. [[Anaximander|'''Anaximander''']] (610-546 v.Chr.) evenwel is de eerste van wie we enigszins weten wat voor soort 'wereldverklaring' hij ontworpen heeft. Tevens is hij de eerste Griekse filosoof van wie een letterlijk citaat tot ons is gekomen.
 
Hij ging in zijn [[kosmogonie]] niet uit van één van de vier traditionele [[element (oudheid)|element]]en (aarde, water, vuur of lucht), maar veronderstelde, speculatief, het ''apeiron'' (het onbeperkte), iets onuitputtelijks waaruit onze kosmos zich heeft gevormd. In dit ''apeiron'' ontstaat een warm-vochtige substantie, waar een vuur-achtige substantie zich omheen legt. Dit genereert spanningen: het vuur zorgt ervoor dat het binnenste deel harder wordt, en anderzijds ontstaan uitwasemingen, die de omhullende vuurkorst doen barsten. Verschillende stroken vuur worden dan weggeslingerd, en komen elk op verschillende afstand terecht. Hieromheen vormen zich weer uitwasemingen, waarin enkele gaten zitten. Door deze gaten zien wij dat vuur, en dat is feitelijk hetgeen wij de zon, maan en sterren noemen. In het midden van het zo gevormde heelal blijft de harde aarde op zijn plek, mogelijk omdat de aarde zich hier op zo groot mogelijke afstand van het vuur bevindt. Deze ontwikkeling wordt weer teruggedraaid; de zee droogt uit, het vuur krijgt de overhand, en een terugkeer naar het ''apeiron'' lijkt plaats te vinden, waarna de cyclus weer opnieuw kan beginnen.