Water injection dredger: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Noe300 (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Noe300 (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 6:
[[Afbeelding:WIDB.jpg]]
 
Als je kijkt naar water injectie in verband met Hydrografie (het in kaart brengen van de bodem, cruciaal bij het baggeren) dan heeft water injectie zekere eigenschappen waar je als hydrograaf wel rekening mee moet houden. Als al het bodemmateriaal in suspensie gebracht word krijg je last van spikes (foute afwijkingen in je metingen). Meten in de hydrografie werkt door in principe een geluidssignaal (bijvoorbeeld met een singlebeam echolood) naar de bodem te sturen, die weer te ontvangen en vervolgens te kijken hoelang deze er over heeft gedaan. Dit gebeurt een aantal maal per seconde. Als er een laag van deeltjes in suspensie boven de bodem zweeft dan kan dit signaal hierop terugkaatsen waardoor je apparatuur een verkeerde diepte kan opslaan. Door tijdens de metingen een filter te gebruiken kan je dieptes die te klein zijn negeren. Hiermee moet je echter uitkijken want wat een te kleine diepte is stel je zelf in en als je dan een ondieper gedeelte van het meetgebied invaart dan zal deze alle data negeren die te ondiep is dus dit kan ook alles zijn. Verder is het zo dat ondiepere gebieden minder last hebben van de in suspensie gebrachte deeltjes omdat de zwaartekracht deze naar de diepere gedeeltes trekt. Ook is het zo dat het beste te meten is direct na het injecteren van water, want dan zijn de deeltjes verspreid over de hele waterkolom. Als het enige tijd heeft om tot rust te komen dan zal er een dikkere laag van deeltjes tot stand komen die eerder de meetsignalen reflecteren.
De informatie van dit artikel komt vooral uit eigen ervaring.