Inês de Castro: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Richardw (overleg | bijdragen)
hij was toen nog geen koning
Richardw (overleg | bijdragen)
Regel 29:
De moordenaars van Inês zochten onderdak in Castilië. Twee van hen, ''Pêro Coelho'' en ''Álvaro Gonçalves'' werden na de dood van Alfons IV uitgeleverd aan Peter, die hun wreed liet vermoorden. De derde ontsnapte naar Aragón en later naar Frankrijk.
 
In 1357 overleed koning Alfons IV en in 1360 verklaarde Peter, zwerend op het evangelie, dat hij voor de dood van Inês met haar getrouwd zou zijnwas. Daarna liet hij het overschot van Inês opgraven en overbrengen naar het klooster van Santa María de Alcobaça. Daar liet hij een grafmonument maken, dat nog steeds bestaat. Het bestaat uit twee marmeren graftomben waarin de vorsten tegenover elkaar liggen. Het idee is dat op de [[Dag des oordeels]] beide vorsten al overeind komend elkaar aankijken. Op het monument bevindt zich de inscriptie ''Até ao fim do mundo'', in het Nederlands ''Tot aan het einde van de wereld''.
 
De geschiedenis van Inês de Castro heeft vele schrijvers geïnspireerd, waaronder [[Victor Hugo]]. Verder vormt de geschiedenis van de Inês en Peter het motief voor 20 opera's, waaronder ''Inês de Castro'' door [[Nicola Antonio Zingarelli]] (1798) en ''Inês de Castro'' door [[Giuseppe Persiani]] (1835).