Mat '46: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Richardw (overleg | bijdragen)
Regel 57:
Het materieel '46 is vooral gebouwd om het materieelverlies dat was ontstaan na de Tweede Wereldoorlog en de door de elektrificatie groeiende behoefte aan elektrisch stroomlijnmaterieel op te vangen. Het materieel werd dan ook in het hele land in veel verschillende treindiensten ingezet, zowel snel- als stoptreinen, vaak ook als versterking. Vooral na de invoering van het nieuwe dienstregelingconcept [[Spoorslag '70]] verdween het materieel uit de meeste langeafstandsverbindingen. Deze treinen werden voortaan gereden met het daarvoor aangewezen intercitymaterieel, waaronder treinstellen [[mat '54]]. Wel werd het materieel '46 nog als versterking of vervanging gebruikt. De treinstellen werden voortaan vooral ingezet in [[Noord-Holland]], op de verbinding [[Station Zwolle|Zwolle]] - [[Station Vlissingen|Vlissingen]], en in de stoptreindiensten op de [[Hofpleinlijn]], de [[Kippenlijn]] en in [[Zuid-Limburg (Nederland)|Zuid-Limburg]].
 
Met de komst van het [[Stadsgewestelijk Materieel]] vanaf 1975 vond er een aantal materieelverschuivingen plaats en kon een groot deel van het materieel '46 buiten dienst gesteld worden. Toch was er door de vervoersgroei een tekort aan materieel en men besloot men een aantal stellen nog een levensduur verlengendelevensduurverlengende opknapbeurt te geven en langer in dienst te houden. De machinisten, verenigd in de Vereniging van machinisten, hadden hier tegen ernstige bezwaren en wilden niet langer op dit materieel rijden, vooral doorvanwege de kwetsbaarheid van de machinist bij een aanrijding in de lage en krappe cabine. Een deel van dit bezwaar werd echter weggenomen door eenhet aantalmaterieel stellen als versterking'46 samen met ander materieel in te zetten, waarbij het materieel '46 dan achterop liep en de cabine niet werd gebruikt.<ref>Maandblad Het openbaar vervoer, september 1979</ref>
 
De inzet concentreerde zich begin jaren 80 in de spitsdiensten in Noord-Holland en de stoptreindiensten rond Eindhoven en in Zuid-Limburg. Ook werden er veelvuldig extra voetbaltreinen mee gereden, die er vaak niet zonder kleerscheuren vanaf kwamen. In sommige gevallen werden de treinstellen dan na zo een dienst terzijde gesteld of moesten ze worden gecompleteerd met onderdelen uit terzijde staande stellen.