Economie van de Sovjet-Unie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Economy of Soviet Union
Richardw (overleg | bijdragen)
Versie 44738607 van 92.146.15.206 (overleg) ongedaan gemaakt. overbodige datumlink
Regel 2:
De '''economie van de Sovjet-Unie''' was een [[centraal geleide economie]] gebaseerd op een systeem van collectieve [[landbouw]], industriële productie en collectief eigendom van productiemiddelen. De economie werd gekenmerkt door staatscontrole over de investeringen, staatsbezit van industriële activa, macro-economische stabiliteit, verwaarloosbare [[werkloosheid]] en een hoge baanzekerheid. In de laatste dertien jaar (1973-1985) voor [[Perestrojka]] en [[Glasnost]] was er sprake van economische stagnatie. Nadat [[Michail Gorbatsjov]] aan de macht was gekomen, zette hij een proces van liberalisering in gang waardoor het land veranderde in een marktgeoriënteerde socialistische economie. Bij het uiteenvallen van de [[Sovjet-Unie]] eind 1991 erfde de [[Rusland|Russische Federatie]] 66 miljard dollar aan buitenlandse schulden en nauwelijks een paar miljard dollar aan goud en [[internationale reserve]]s.
 
Vanaf [[1928]] werd het volledige verloop van de economie bepaald door een aaneenschakeling van [[vijfjarenplan]]nen. Tegen 1950 had de Sovjet-Unie zich ontwikkeld van een agrarische maatschappij tot een industriële grootmacht. Door deze prestatie – door de Nationale Veiligheidsraad van de [[Verenigde Staten]] omschreven als een “bewezen vermogen om achtergebleven landen snel door de crisis van modernisering en industrialisering te loodsen” – voelden intellectuelen in [[ontwikkelingsland]]en in [[Azië]] zich aangetrokken tot het [[communisme]]. De imposante groeicijfers gedurende de eerste drie vijfjarenplannen (1928-1940) vielen des te meer op omdat deze periode vrijwel gelijk liep met de [[Grote Depressie]]. Desondanks was het land, vanwege de armoedige basis waarop de vijfjarenplannen voortbouwden, nog steeds arm bij het begin van [[Operatie Barbarossa]]. Keerzijde van de stalinistische economische ontwikkeling, die zorgde voor economische groei en industrialisatie, was een geschat aantal doden van 10 miljoen, waaronder voornamelijk slachtoffers van [[hongersnood]].
 
De complexe eisen van de modern economie en het inflexibele bestuur overweldigde en beperkte de centrale planmakers. [[Corruptie]] en gerommel met data kwam veelvuldig voor onder de bureaucraten die doelen en quota’s afdeden als zijnde gehaald, en daarmee dus de crisis verergerden. Tussen het Stalintijdperk en het vroege [[Leonid Brezjnev|Brezjnev]]tijdperk groeide de Sovjeteconomie veel langzamer dan de [[Japan]]se, maar iets sneller dan de Amerikaanse economie. In 1950 bedroeg het [[Bruto Binnenlands Product|BBP]] (in prijzen van 1990) van de Sovjet-Unie 510 (100%), dat van Japan 161 (100%) en dat van de Verenigde Staten 1.456 (100%) miljard [[Amerikaanse dollar]]. In 1965 waren de corresponderende waardes respectievelijk 1.011 (198%), 587 (365%) en 2.607 (179%). De Sovjet-Unie handhaafde zijn positie als tweede grootste economie ter wereld (zowel nominaal als gecorrigeerd naar [[koopkrachtpariteit|koopkracht]]) gedurende de [[Koude Oorlog]] tot aan 1988, toen de Japanse economie een nominale waarde had van meer dan drie biljoen Amerikaanse dollar.