Vrijspraak: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Maiella (overleg | bijdragen)
→‎Wet herziening ten nadele: is intussen reeds in werking getreden
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 8:
De [[Officier van justitie|Officier van Justitie]] kan besluiten tot vervolging over te gaan, of te [[Sepot|seponeren]]. Een sepot is niet alleen mogelijk als hij het bewijs niet rond denkt te kunnen krijgen, maar ook als hij de vervolging niet in het algemeen belang acht. Dit zogenaamde [[opportuniteitsbeginsel]] onderscheidt het Nederlandse strafrecht van bijvoorbeeld het Duitse. Overigens kan in Nederland een direct betrokkene bij het [[Gerechtshof (Nederland)|Gerechtshof]] bezwaar maken tegen een sepot-besluit middels een zogeheten [[Artikel 12 Sv-procedure]].
 
Besluit het OM tot vervolging, dan stelt de Officier van Justitie vervolgens de [[tenlastelegging]] op, op basis van het [[proces-verbaal]] van de politie als dat aanwezig is. Een tenlastelegging is een formele beschrijving van de strafbare gedraging (een gedraging is een doen of een nalaten) op basis van het overtreden wetsartikel. [[Diefstal]] is bijvoorbeeld in het [[Wetboek van strafrechtStrafrecht (Nederland)|Wetboek van Strafrecht]] als volgt omschreven:
 
:''"Artikel 310 - Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, wordt, als schuldig aan diefstal, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of [[boete#Categorieën|geldboete van de vierde categorie]]."''
Regel 31:
* Als het feit te lang geleden is gebeurd, kan het [[verjaring|verjaard]] zijn. Als gevolg daarvan kan een [[openbare aanklager]] niet-ontvankelijk verklaard worden.
* Als er een [[strafuitsluitingsgrond]] wordt gevonden in de vorm van een [[rechtvaardigingsgrond]] of [[schulduitsluitingsgrond]], kan het komen tot ontslag van alle rechtsvervolging. Dat kan voorkomen, als de verdachte het feit wel begaan heeft, en dat ook bewezen kan worden, maar dat het bijvoorbeeld uit zelfverdediging was, of door een waanvoorstelling. Soms is de daad niet strafbaar (een tandarts kan normaal gesproken niet voor mishandeling worden veroordeeld), soms is de dader niet strafbaar, bijvoorbeeld in het geval van een "verontschuldigbare rechtsdwaling".
* Als het feit niet strafbaar is, bijvoorbeeld omdat het feit nog niet verboden was toen het gebeurde, volgt wèl bewezenverklaring. De rechter spreekt dus niet vrij. Daarna wordt verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging omdat het feit niet kwalificeerbaar is. Dit betekent dat het bewezenverklaarde gedrag niet wordt verboden door enig artikel in een strafwet. In het strafrecht van beschaafde landen kan iemand op grond van het [[legaliteitsbeginsel]] nooit veroordeeld worden tot een straf op grond van een gedraging die niet tevoren al strafbaar was.<ref>Zie ook art. 16 [[Grondwet (Nederland)|Nederlandse Grondwet]] alsmede art. 1 [[Wetboek van Strafrecht]] en art. 1 [[Wetboek van Strafvordering (Nederland)|Wetboek van Strafvordering]].</ref> Dat is ook in mensenrechtenverdragen vastgelegd. (Op deze regel wordt een uitzondering gemaakt voor klaarblijkelijke misdaden die in de wetgeving van bepaalde regimes toch niet strafbaar zijn, zoals foltering en genocide).
 
=== Onzuivere vrijspraak ===