Boekweit: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
aanpassing
Regel 45:
 
== Benaming ==
De [[botanische naam]] ''Fagopyrum'' betekent "beuktarwe" van (''fagusFagus sylvatica'' = beuk[[Beuk (de boom)|beuk]] en ''puros'' = tarwe). In gewestelijk Nederlands staat boek voor beuk en weit voor tarwe. In andere talen kent boekweit overeenkomstige namen: 'bokwiet' (Afrikaans), 'buckwheat' (Engels), 'Buchweizen' (Duits) en 'boghvede' (Deens).
 
In gewestelijk Nederlands staat "boek" voor "beuk" en "weit" voor "tarwe". In andere talen kent boekweit overeenkomstige namen: 'bokwiet' (Afrikaans), 'buckwheat' (Engels), 'Buchweizen' (Duits) en 'boghvede' (Deens).
Boekweit werd gedurende enkele eeuwen in Europa op vrij grote schaal verbouwd, maar wordt thans nauwelijks nog geteeld wegens de bewerkelijkheid en kwetsbaarheid van de cultuur en wegens de geringe opbrengst per oppervlakte-eenheid.
 
== Verbouw ==
Boekweitmeel en boekweitgrutten bevatten evenveel eiwit (10 g per 100 g) als tarwe- en roggemeel, en meer koolhydraten. Ze bevatten minder vet, minder mineralen en minder vitamines uit de B-groep dan tarwemeel. Boekweit is een goed ‘bijengewas’, [[bijen]] voeden zich er graag mee. Het levert een aromatische en zeer donker gekleurde honing op die zeer geliefd is.
Boekweit werd gedurende enkele eeuwen in Europa op vrij grote schaal verbouwd, maar wordt thans nauwelijks nog geteeld wegens de bewerkelijkheid en kwetsbaarheid van de cultuur en wegens de geringe opbrengst per oppervlakte-eenheid.
 
In het midden van de negentiende eeuw besloeg boekweit in heel Nederland nog acht procent van het landbouwareaal (65.000 ha), na de Tweede Wereldoorlog is het praktisch verdwenen. In de veengebieden rond [[Emmen (Drenthe)|Emmen]] lagen de beste boekweitjaren zo tussen 1870 en 1890 toen de opbrengst groeide van 20.000 [[Mud (volume)|mud]] naar 22.000 mud. In 1838 had Emmen 1353 hectare veenboekweit en dat groeide uit tot 2200 hectare in 1851. Rond 1889 was dit alweer geslonken tot 1400 hectare en na 1927 werd er in Emmen helemaal geen boekweit meer verbouwd.
Boekweit was een uitkomst voor "arme boeren" die geen mogelijkheden hadden om te investeren. Zij konden door boekweit te verbouwen boer zijn zonder vee of kapitaal. Het was makkelijk te verbouwen, maar boekweit was zeer gevoelig voor weersinvloeden waardoor oogsten toch vaak tegenvielen en de armoede groot bleef.
 
Boekweit was een uitkomst voor "arme boeren" die geen mogelijkheden hadden om te investeren. Zij konden door boekweit te verbouwen boer zijn zonder vee of kapitaal. Het was makkelijk te verbouwen, maar boekweit was zeer gevoelig voor weersinvloeden waardoor oogsten toch vaak tegenvielen en de armoede groot bleef. Er waren lucratieve jaren in de boekweitteelt, maar als er nachtvorst voorkwam kon de hele oogst van dat jaar verloren gaan. Niet voor niets stond boekweit ook bekend als 'jammerkoren'.
 
Boekweit is een goed ‘bijengewas’, [[Honingbij|bijen]] voeden zich er graag mee. Het levert een aromatische en zeer donker gekleurde honing.
In de veengebieden rond [[Emmen (Drenthe)|Emmen]] lagen de beste boekweitjaren zo tussen 1870 en 1890 toen de opbrengst groeide van 20.000 [[Mud (volume)|mud]] naar 22.000 mud. In 1838 had Emmen 1353 hectare veenboekweit en dat groeide uit tot 2200 hectare in 1851. Rond 1889 was dit alweer geslonken tot 1400 hectare en na 1927 werd er in Emmen helemaal geen boekweit meer verbouwd.
 
== Voedingsstoffen ==
In het midden van de negentiende eeuw besloeg boekweit in heel Nederland nog acht procent van het landbouwareaal (65.000 ha), na de Tweede Wereldoorlog is het praktisch verdwenen.
Boekweitmeel en boekweitgrutten bevatten evenveel eiwit (10 g per 100 g) als tarwe- enof roggemeel, en meer koolhydraten. Ze bevatten minder vet, minder mineralen en minder vitamines uit de B-groep dan tarwemeel. Boekweit is een goed ‘bijengewas’, [[bijen]] voeden zich er graag mee. Het levert een aromatische en zeer donker gekleurde honing op die zeer geliefd is.
 
== Herkomst ==