Kwartierstaat: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Versie 44609679 van Wasily (overleg) ongedaan gemaakt: helaas: men wordt geadmitteerd tot een ridderschap: dàt is de officiële en enige term die gebruikt wordt
Robert Prummel (overleg | bijdragen)
Regel 32:
[[File:Kwartierstaat Schönborn.JPG|thumb|300px|Kwartierstaat van Landcommandeur Damiaan Hugo von Schönborn, 1699]]
Voor de admissie tot de [[Duitse Orde]] waren oorspronkelijk vier vaderlijke en vier moederlijke adellijke kwartieren vereist. Op initiatief van de grootmeester [[Johann Caspar von Ampringen]] werd door het Grootkapittel in 1671 besloten dat de Ridders van de Duitse Orde 16 adellijke kwartieren moesten voorleggen om opgenomen te worden in deze orde.<ref>[[Willem Jan d'Ablaing van Giessenburg|W.J. d' Ablaing van Giessenburg]], ''De Duitsche orde, of Beknopte geschiedenis, indeeling en statuten der broeders van het Duitsche Huis van St. Marie van Jerusalem''. 's-Gravebhage, 1857, p. 152 en 342-343.</ref> De afbeelding toont de kwartierstaat van Landcommandeur Damiaan Hugo vrijheer von Schönborn, geprofest op 17 januari 1699 in de Landcommanderij van [[Alden Biesen]].
 
== De kwartierstaat in het adels- en ordenrecht ==
[[Bestand:De 32 kwartieren van Otho van Berkenfeldt.jpg|thumb|De 32 kwartieren van Ottho van Berkenfeldt]]
[[Bestand:Waldburg Ahnentafel.jpg|thumb|De 16 kwartieren van Graaf Waldburg]]
Het begrip kwartierstaat is voortgekomen uit de in sommige landen gebruikelijke [[heraldiek|heraldische]] techniek van het [[kwartileren]] van het [[Wapen (heraldiek)|wapenschild]].
De gesloten kaste van de edelen accepteerde geen ridders of huwelijkspartners met een ouder of grootouder die niet van adel was. Een edelman poogde daarom met de kwartierstaat aan te tonen dat al zijn grootouders of zelfs overgrootouders gerechtigd waren om een wapen te voeren.
In deze zin duidt de kwartierstaat ook de vaak fraai versierde stambomen met wapenschilden aan die genealogen en heraldici voor de adel tekenen. De adel liet met [[Adelproef|adelproeven]] vaststellen of kandidaten voor functies en zelfs opleidingen wel van adel waren.
Een aantal [[Ridderorde (organisatie)|ridderorden]] eist nog steeds dat de ridders of dames vier, acht, zestien of zelfs tweeëndertig adellijke kwartieren kunnen tonen.
Bij acht kwartieren spreekt men in Duitsland van "[[Sticht|Stiftadel]]" omdat dames met acht adellijke overgrootouders in adellijke stiften mochten intreden. Toch waren er stiften die hogere of meer specifieke eisen stelden, bijvoorbeeld over de Duitse herkomst van de voorouders, hun rang binnen de adel en hun godsdienst.
Ook voor functies in bepaalde hofhoudingen (het Weense hof was bijzonder streng) waren dergelijke kwartierstaten onontbeerlijk.
 
==Literatuur==