Beklemrecht: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 27:
Beklemming diende oorspronkelijk ook om landerijen bij elkaar te houden, omdat bij splitsing (de verkoop van een gedeelte) steeds toestemming van de eigenaar nodig zou zijn. Op deze manier was er bij vererving altijd maar één kind dat het bedrijf (in zijn geheel) overnam. Andere erfgenamen werden afgekocht. Schaalvergroting werd hierdoor echter niet verhinderd. In de 19e eeuw waren de meeste boerderijen al uit meerdere beklemmingen opgebouwd.
 
Het beklemrecht heeft grote invloed gehad op de welvaartsontwikkeling in de Groninger landbouw. Door het beklemrecht was er vrijheid van bedrijfsvoering en er was feitelijk ook sprake van relatief goedkoop krediet. Een boerderij met beklemrecht was door de vaste huur goedkoper dan een boerderij in volle eigendom. Het rendement van bedrijfsinvesteringen kwam volledig ten goede aan de beklemde meiers en dus waren veel Groninger boeren in de 18e eeuw in staat kostbare innovaties als [[Drainage (waterbouw)|drainage]] en toepassing van [[stoommachine|stoomkracht]] in te voeren. Bovendien was het ook lonend grasland te scheuren om meer intensieve vormen van landbouw mogelijk te maken. De uitbreiding van de oppervlakte bouwland vond plaats in de bloeiperiode van het beklemrecht in de eerste helft van de 19e eeuw.<ref>Peter Priester, De economische ontwikkeling van de landbouw in Groningen 1800-1910. Een kwalitatieve en kwantitatieve analyse, A.A.G. Bijdragen, 31, Wageningen, 1991, 113-118</ref>.
 
== Zie ook ==
Regel 35:
{{Appendix|2=
{{References}}
* Peter Priester, De economische ontwikkeling van de landbouw in Groningen 1800-1910. Een kwalitatieve en kwantitatieve analyse, A.A.G. Bijdragen, 31, Wageningen, 1991
* M. Pothast, Beklemrecht, scriptie zie www.huisjurist.nl
* W.J. Formsma e.a. (red), Historie van Groningen. Stad en Land, Wolters-Noordhoff en Bouma’s Boekhuis, Groningen, 1981