Minas Tirith: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
waarom zijn deze duidelijke stukken tekst weggehaald ?
Regel 3:
'''Minas Tirith''' is een stad in [[Tolkien]]s fictieve [[Midden-aarde]].
 
Oorspronkelijk stond deze stad bekend als '''Minas Anor''' ([[Nederlands]]: De ''Toren van de Ondergaande Zon'') ([[Engels]]: The ''Tower of the Setting Sun''). [[Anárion]], zoon van [[Elendil]], richtte deze stad op als een vesting, maar op den duur werd het de grootste stad van [[Gondor]]. Op gelijke afstand van de Grote Rivier, de [[Anduin]], maar dan aan de andere kant, lag [[Minas Ithil]]. Toen de [[Nazgûl]] Minas Ithil innamen en deze stad hernoemden tot Minas Morgul werd Minas Anor symbolisch hernoemd tot Minas Tirith (Nederlands: ''De Toren van waakzaamheid'').
 
Op het plein van de zevende verdieping staat een witte boom, een verre afstammeling van [[Telperion]], de witte boom van de [[Valar]]. De boom is dood ten tijde van het [[Reisgenootschap van de Ring]]. Aan het eind van het verhaal (in het boek) vindt Aragorn een loot van de boom op het bergplateau achter Minas Tirith. Hij laat de oude dode boom omhakken en poot de loot op diens oude plek. Het symbool van de zeekoningen van Gondor leeft weer.
Regel 10:
Minas Tirith ligt op een heuvel, onderaan de berg '''Mindoluin'''. De stad bestaat uit zeven niveaus, stuk voor stuk omgeven door sterke muren met ieder een poort. Een rotsformatie, waarvan het bovenste oppervlak het verlengde vormt van de hoogste verdieping van de stad, steekt - als het ware - vanuit de [[Witte Bergen]] naar het oosten, daarbij alle niveaus behalve het onderste in tweeën splitsend. Op de bovenste niveau bevindt zich de citadel met de Witte Toren van Ecthelion, waarvan de top 304,8 meter boven de vallei uitsteekt. Op het zesde niveau liggen de '''Huizen van Genezing''' en de stallen van de ruiters van Gondor. Aan de bergzijde van het zesde niveau ligt de Gesloten Deur. Deze wordt permanent bewaakt. Hierachter ligt de Rath Dínen (Stille Straat). Dit is de ruimte waarin de graftombes van de Koningen en Stadhouders liggen. Minas Tirith wordt ook wel de Witte Stad genoemd, vanwege de vele witte gebouwen en de Witte '''Toren van Ecthelion''', maar de buitenste muur is donker, bijna zwart.
 
Minas Tirith wordt, samen met de omliggende '''Velden van Pelennor''', omgeven door de '''Rammas Echor'''. Deze versterking werd opgetrokken door [[Ecthelion II]], de 25<sup>ste</sup> [[Lijst van Stadhouders van Gondor|Stadhouder van Gondor]], als extra bescherming toen [[Ithilien]] aan de overzijde van de [[Anduin]] in handen viel van [[Sauron (personage)|Sauron]].
In het zuiden van de Velden van Pelennor aan de Anduin ligt '''Harlond''' (Nederlands: '' Zuidelijke Haven''), de haven van Minas Tirith ingebouwd in de Rammas Echor.
 
Tijdens de [[Oorlog om de Ring]] had de Rammas Echor weinig effect op het overweldigende leger van de [[Tovenaar-koning van Angmar|Zwarte Vorst]]. Een leger onder leiding van [[Faramir]], kon hier slechts zeer kort de vijand weerstaan, waarbij Faramir ernstig gewond raakte. Het vijandelijk leger trok op naar de poorten van de stad waarvoor uiteindelijk de [[Slag van de Velden van Pelennor]] werd uitgevochten.
 
==Toren van Ecthelion==
De Toren van Ecthelion (ook wel de Witte Toren genoemd) is een fictief gebouw uit het werk van [[J.R.R. Tolkien]]. De toren staat in Minas Tirith, op het zevende niveau. De toren is 300 voet hoog en torent hoog boven de stad uit. Hij werd eerst gebouwd door Koning Calihmetar in 1900 van de [[Derde Era]] en herbouwd door stadhouder [[Ecthelion I]], aan wie het zijn naam dankt. De toren werd gebouwd om de [[Palantír]] van Minas Anor, een oudere naam voor Minas Tirith, te bewaren.
 
Aan deze toren danken ook de elitesoldaten van [[Gondor]], de Wachters van de Witte Toren, hun naam.
Regel 24 ⟶ 25:
 
{{Stamboom Twee Bomen van Valinor}}
 
 
{{Navigatie geografie Midden-aarde Gondor}}