Herfsttij der Middeleeuwen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kopjes toegevoegd, staat zo raar als de intro langer is dan het artikel zelf
Regel 1:
'''Herfsttij der Middeleeuwen''' is de titel van het bekendste werk van de [[historicus]] [[Johan Huizinga]] uit [[1919]]. De ondertitel luidt: ''Studie over levens- en gedachtenvormen der veertiende en vijftiende eeuw in Frankrijk en de Nederlanden''.
 
== Inhoud ==
In het werk presenteert hijHuizinga de idee dat de overdreven formaliteit en romantiek van het laatmiddeleeuwse hofleven een verdedigingsmechanisme was tegen de toenemende verruwing van de maatschappij. Huizinga's werk heeft wel als kritiek gehad dat hij in zijn presentatie te veel uitging van de bijzondere praktijken aan het [[Bourgondiërs|Bourgondische]] hof.
 
Huizinga gebruikte voor ''Herfsttij'' [[kroniek]]en en literatuur als bronnen, en bewust geen archiefstukken. Zijn boek is meer dan een kunsthistorische studie, een proeve van [[cultuurgeschiedenis|cultuur-]] en [[mentaliteitsgeschiedenis]]. Het boek is geschreven in de stijl van de literaire beweging der [[Tachtigers]]. Huizinga tracht in dit boek een beeld op te roepen van een tijdvak, dit in navolging van de door hem zeer bewonderde Zwitserse historicus [[Jacob Burckhardt]].
 
== Receptie en vertalingen ==
In 1920 ontving [[Johan Huizinga]] voor ''Herfsttij'' de [[D.A. Thiemeprijs]]. De studie verscheen in 1924 in het Engels (vertaling van de tweede editie), onder de titels ''The Waning of the Middle Ages'' en ''The Autumn of the Middle Ages'', in het Zweeds (1927), het Spaans (1930), het Frans (1932), het Hongaars (1937), het Italiaans (1940), het Fins (1951) en het Russisch (1995). Vijftig jaar na de eerste Nederlandstalige uitgave verscheen in 1969 reeds de 11de editie te Haarlem (H.D. Tjeenk Willink en zoon N.V.) met een inleidend essay door F. Hugenholtz, die schrijft dat nergens de belangstelling voor het werk zo groot was als in Bazel. Daar zat op Burckhardts leerstoel Werner Kaegi, die een grote bewonderaar was van Huizinga en als een van de beste Huizinga-kenners kan beschouwd worden.