Beurs van Berlage: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
bronvermelding, +afbeeldingen
k taalcorrectie zie verzoekpagina bots, replaced: plaats vond → plaatsvond met AWB
Regel 47:
| Ammerack || [[Ludwig Klingenberg|L. Klingenberg]],<br />[[Ernst Tauschenberg|E. Tauschenberg]] || 5e prijs || [[Bestand:Klingenberg and Tauschenberg Commodity Exchange Amsterdam 2.jpg|300x80px]]
|}
Het uiteindelijke prijsvraagprogramma<ref>Het prijsvraagprogramma is gepubliceerd in ''De Opmerker'', 19e jaargang, nummer 26 (28 juni 1884): pp. 232-234.</ref> en de samenstelling van de jury<ref>Voorzitter van de jury was Jac. Ankersmit, vicevoorzitter [[Friedrich Schmidt]] en secretaris ene Dirksen. [[Robert Kerr (architect)|Robert Kerr]] werd als jurylid vervangen door de Londense architect R. Rhené Spiers. Anoniem (8 november 1884): p. 391. Anoniem (15 november 1884): pp. 399-400.</ref> werden op 28 juni 1884 bekendgemaakt. Om [[Nepotisme|vriendjespolitiek]] en [[Nationalisme|nationalistische]] gevoelens uit te sluiten, werd elk ontwerp niet onder de naam van de auteur(s) ingediend, maar onder een [[motto]]. Het aantal inzendingen was buiten verwachting groot. De 199 inzendingen (eigenlijk 201; twee ontwerpen kwamen te laat binnen) werden in het [[Rijksmuseum Amsterdam|Rijksmuseum]] opgehangen om door de jury te worden beoordeeld.<ref>Anoniem (8 november 1884): p. 391.</ref> De jury kwam op 10 november voor het eerst bij elkaar en de eindstemming vond plaats op 15 november. Het juryrapport werd in het Frans gepubliceerd in het ''[[Algemeen Handelsblad]]''.<ref>Een Nederlandse vertaling hiervan is opgenomen in het buitengewoon nummer van het ''Bouwkundig Weekblad'' (17 november 1884): pp. 319-320.</ref> Natuurlijk was er kritiek op dit rapport. Men vond het aan de korte kant en men was het niet eens met de eis van de jury dat het gebouw 'schilderachtig' moest zijn. Deze eis stond nergens in het prijsvraagprogramma en had als resultaat dat alle [[Classicisme|classicistische]] ontwerpen buiten de prijzen vielen, terwijl een groot aantal critici een zoveelste Rijksmuseum of Centraal Station niet wenselijk vond.<ref>Anoniem (13 december 1884): pp. 437-438.</ref> Van de inzendingen, die van 27 november tot en met 14 december in het Rijksmuseum werden tentoongesteld, werden er 5 uitgenodigd voor een besloten wedstrijd,<ref>Anoniem (29 november 1884): pp. 417-419.</ref> waaronder dat van Berlage en zijn compagnon [[Theodorus Sanders (1847)|Sanders]]. In deze tweede ronde, die in 1885 plaats vondplaatsvond, werden de ontwerpen aangepast aan de wensen van de jury.<ref>Anoniem (13 juni 1885): pp. 209-210.</ref> Hiervoor stelde zij een nieuw prijsvraagprogramma op, dat net als het vorige prijsvraagprogramma eerst door de gemeenteraad goedgekeurd moest worden.<ref>Anoniem (22 november 1884): pp. 413-414.</ref> Ook nu probeerden verschillende partijen er hun invloed op uit te oefenen; dit keer met meer succes. Zo werd de maximumbegroting vastgesteld op 2 miljoen gulden (en niet ''ongeveer'' 2 miljoen gulden) en zorgde gemeenteraadslid [[Isaac Gosschalk|Gosschalk]] ervoor dat de eis dat de vijf deelnemers aan de besloten prijsvraag de 'schikkingen en het bouwkunstig karakter van hun eerste ontwerp' moesten aanhouden, geschrapt werd, omdat 'men anders het Trojaansche paard, waarin [...] niet Grieken [...], maar waarin de officiële Rijks-bouwtrant verstopt is, zou binnenhalen'.<ref>Anoniem (27 december 1884): pp. 458-459.</ref>
 
[[Bestand:F07.LaRochelle.0110.JPG|thumb|left|160px|Binnenhof van het stadhuis van La Rochelle]]