Félix de Mérode: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
AGL (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
AGL (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 30:
Binnen het Voorlopig Bewind won de Merode het pleit om alle beslissingen door het te verkiezen [[Nationaal Congres (België)|Nationaal Congres]] te laten nemen en niet, zoals [[Louis de Potter]] het wilde, ze door het Voorlopig Bewind te laten opleggen. De Potter verweet hem zijn ''inerte modérantisme (gematigdheid)''. Op 27 oktober werd Felix de Merode door de arrondissementen [[arrondissement Brussel|Brussel]], [[Maastricht]] en [[Arrondissement Mechelen|Mechelen]] verkozen voor het Nationaal Congres en hij opteerde voor Maastricht. Zijn broer Werner werd verkozen door het arrondissement [[Zinnik]].
 
Tegelijk lid van het Voorlopig Bewind en van het Nationaal Congres, oefende Merode uiteraard heel wat invloed uit. Hij stemde de onafhankelijkheidsverklaring (de aanvaarding gebeurde unaniem) en hij stemde voor de eeuwigdurende uitsluiting van de Nassaus. Toen een koning diende te worden verkozen, opteerde hij aanvankelijk voor Otto van Beieren, maar toen dit niet haalbaar bleek, stemde hij met de meerderheid voor de [[Lodewijk van Orléans (hertog van Nemours)|hertog van Nemours]]. Hij was lid van de delegatie die deze verkiezing aan koning [[Louis-PhilippeLodewijk Filips I van Frankrijk]] ging meedelen en terugkwam met de boodschap van diens weigering. Door zijn deelname aan de delegatie drukte Merode meteen de geruchten de kop in dat hij wel zelf graag koning wilde worden.
 
Toen moest er een regent worden verkozen. [[Surlet de Chokier]], voorzitter van het Nationaal Congres haalde het met 108 stemmen, tegen 43 voor Merode en 5 voor [[Etienne de Gerlache]]. De stemmen voor De Merode kwamen hoofdzakelijk uit de overtuigd katholieke middens. De tien priesters die aan de stemming deelnamen, stemden allen voor hem. Ofwel wisten ze niet, ofwel speelde het geen rol dat hij kort voordien in een vrijmetselaarsloge was ingewijd. Anderzijds was deze inwijding geen reden voor het toch niet onbelangrijk aantal vrijmetselaars onder de Congresleden om voor hem te stemmen. Maar ook [[Charles Rogier]] en [[Paul Devaux]], antiklerikaal maar geen vrijmetselaar, brachten hun stem op hem uit. De groepen waren niet eenduidig afgelijnd en persoonlijke relaties speelden een rol.